United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja, ik weet dat de koppigheid uw kenmerk is, maar dit geeft mij weinig; want de moed der Fransen kent geen hinderpalen. Ik wil de stad op genade en ongenade hebben, dit is mijn antwoord." De Chatillon had bij het zien der ontellijke ambachtslieden en derzelver trotse houding boven de wallen, een angstig voorgevoel der aanstaande slachting gekregen.

Ze wilde niet langer bedwingen den drang, die haar opzweepte om het doodsche geluchte te breken, om de menschen lijdelijk te maken, die daar nu ommegingen met ongezegde doelen, elk op zijn eentje versteend in zijn zwijgen. Ze wou Justa wegjagen. Ze botste aan tegen de bedaarde koppigheid van moeder. Ursule, sinds den dood van Wiezeken, gevoederd door herlevende hoop, was haast geheel genezen.

Ik kan toch niet daarover met hem spreken: ik ben een meisje, en ik vind dat alles zoo vies, zoo vies ... Vadertje, o vadertje, spreek met hem! Zij wilde weêr liefkoozend zich tegen zijne knieën dringen, maar hij stond op: hare tranen ergerden hem en sterkten zijne koppigheid. Zijne vrouw had ook nooit met tranen iets van hem verkregen, integendeel.

Maar nu sterft het arme dutseken door den wil van God, door ulder koppigheid, ulder te gare.

En gij zoudt dezelve tenietdoen!" Van Gistel grimlachte spottend op deze rede en hernam: "Uw woorden en bedreigingen zijn enkel rook, Deken. Wij zullen van de Franse benden gebruik maken om de vlerken van het wangedrocht te korten. Andere wetten zullen de Gemeenten beheersen, want die koppigheid heeft lang genoeg geduurd.

Ik heb het altijd gezegd, dat onze Victor een verstandig kind is. Nochtans, zijn vader wil in zijne koppigheid hebben, dat mijn Victor een ezel is, en dat het beter ware hem eenen stiel te leeren; maar ik zal wel maken, dat hij ten minste pastoor of advocaat wordt ... want het kind is er zeker toe geboren. DE MEESTER, zich buigende. Daarin hebt gij het grootste gelijk van de wereld.

Dat was het nu ook blijkbaar weer, en sinds verscheidene dagen al, want zij zagen er uit om elkaar te verscheuren. De barones, die een hautaine, mooie vrouw was, wel niet jong meer, maar elegant en knap, domineerde natuurlijk 't Barontje geheel, maar hij kon koppig zijn, als alle dommerikken, en 't duurde soms een heelen tijd vooraleer mevrouw er in slaagde die koppigheid te breken.

O! zal dan onze droom eens verwezenlijkt worden, dat wij onzen weg beginnen met hun vollen zegen! O! en wat zegt u er wel van, nog vóór wij den Heer Sijthoff geschreven hadden, kregen wij verleden week een heel hartelijken brief van hem, waarin hij ons zijn spijt betuigde over onze koppigheid, om een paar regels verder te verklaren, dat dat hem eerbied afdwong, om daarop ons steun te beloven.

Want Demi had een greintje overgeërfd van zijn vaders vastheid van karakter wij willen het niet koppigheid noemen en als hij in zijn kleinen bol besloten had het een of ander te hebben of te doen, kon niets ter wereld dat stijve hoofdje van gedachten doen veranderen.

Gij hebt Francine nog lief. Houd uw mond toch! Denkt ge dat ge mij met den bombast van een "Ik verbied u zoo te spreken" zult afschepen? Dan kent ge de duivelsche koppigheid niet van iemand, die, met een heilig geduld, drie volle maanden geluisterd heeft zonder antwoorden en nu mordicus antwoorden wil. Ik vergeef u dat gij haar ooit lief hebt gekregen. Ik kan ook aannemen dat die liefde diepe wortelen in u heeft geschoten en dat enkele behandelingen van Francine indertijd daaraan niet vreemd waren. Maar wanneer zich dit kind in u had bedrogen, en gij aldus door haar bedrogen werd, wat hebt gij gedaan om u naar de eischen van Gods wil te schikken? Niets niets! .... Integendeel, ja integendeel! Gij zijt u gaan inbeelden dat gij een slachtoffer waart slachtoffer van wat? Slachtoffer van wie?.... Zwijg, ik hoor uwe opwerping, en den naam, dien gij niet durft uitspreken, ik zal hem u toesmijten, want ik wil u ten voete uit leeren kennen, geheel en