Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Affaytadies wangen kleurden tot een hoog en donker rood. »Luister, Ada! en blijf rustig," sprak hy met een bittren lach: »Zoudt ge voor twee kindren siddren, die ik in mijn droom slechts zag?" IJzend zag ze voor zich neder. Somber fluistrend sprak hy weêr: »Zy was dochter van den huize; hy een vondling, en niets meer.
"Zoo'n klein stumpertje!" zeiden zij altijd, en dan volgde: "arm klein ding, dat je geen vader hebt." Deze en gene verwonderde er zich over, dat het zoo rood en gerimpeld was; maar dan was er altijd een, die antwoordde, dat alle kindren zoo waren. Zij klaagden niet over 't schreien van het kind.
"Berlijn?", informeerde Eleazar rustig: "is-die van de fabriek van Laboen?" en zich 't geheugen scherpend, zich den naam herinnerend, zei-ie met zekerheid: "Ja, dat-'s die van Laboen. Voor die werk 'k niet. Dank je. En 'k werk nou voor niémand. De staking komt 'r door." Dat gaf gejoel, zig-zag en kolking van stemmen, angstig besust door Essie, bang voor de slapende kindren. "De schtaking?
Maar in een Vrij Gewest is ware Vreê te erkennen, Wanneer men in de jeugd de kindren doe gewennen Aan 't denkbeeld, dat de mensch niet voor zich zelve alleen Geboren is, maar ook ten nutte van 't Gemeen; Ja, dat zulks de eerste lust en de eerste pligt moet wezen, Door geene Staatzucht, door geen Geldlust te belezen.
Nu slechts een enkel woord, het is al laat. Het was voorjaar, mijn kindren, en de zoete luchten vol wolken vlamde' over Parijs. Zooals een bloem breekt in de lente, eene papaver met zijn breede ronde bladen, zoo is toen in die stad, voor 't eerst, Europa een oogwenk rood socialistisch geweest. Gij weet het, kindren, het was de Commune. O zacht klinke de naam zooals een bloem.
Het waren fletse, bollige, ouwelijke hoofden met kort geknipt haar, hoofden met zeer, hoofden met zieklijke, tranende, roode oogen, hoofden van kindren geboren in krotten, gevoed in krotten, verzorgd in krotten, hoofden die geen licht, zon, weidegroen kenden, hoofden uit licht-en-luchtlooze stegen. Er waren er ver over de honderd.
Voor de met bloemen getooide kist uit gingen mooie kindren en strooiden bloemen. Men zag geen rouwkleeren, geen krip, geen witte plooikragen met breede plooien. De vrouw van den kapitein had het zoo gewild. Hij, die in vreugde stierf zou niet door een sombren lijkstoet, maar door een schitterende bruidschaar naar zijn goede rustplaats gebracht worden.
Hij zelf zat op de keldertrap, arbeidend voor de tafel, die hij naar zich toe had getrokken. De vrouw was gaan slapen bij de kindren in de bedstee. Het water, hooger gerezen, had gouden glanzels en 'n keeglende gouden lampe-baan naast de teere weerspiegling der tafel.
Zij bracht de honderd arbeiders vóór elkaar, die elkaar vreemd waren geweest. Zij stelde om zich als haar kindren of kuikens al de machinisten. En die zagen elkaar in de oogen, en hun moeder naast hen, de stalen machine. Was 't niet of die machine hen aaneen bond? Waren ze niet werkelijk vrienden in 't werk? Ja dat voelden zij, ze waren broeders en vrienden. Dat gaf ééniging.
In de fabrieken komen elken dag duizenden vrienden samen, met hun vrouwen en kindren, hun meisjes en jongens. En die bevolking ziet elkander gaan, en op den hoek van een machine als zij elkaar tegenkomen, zien ze elkaar soms even in de harde sterke oogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek