Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Nu enfin, dat leven je te beschrijven, kan ik niet. Ik heb er geen idee van, wil ik wel bekennen. Je bent het goed gewend, Lili ook, hoe willen jullie samen....? Och kom, het is kinderpraat, het is onzin. Wees toch verstandig. Ik ken je te goed....

Zij was weer rustig geworden en glimlachte: "Kinderpraat," zei ze en nam zijn arm om naar binnen te gaan. Zij hielden hun kostumes aan en werden in triomf ingehaald, toen zij zich in de zaal vertoonden. Allen prezen hen. Niemand vermoedde iets. 't Bal begon, maar Gösta ging weg uit de balzaal. Zijn hart deed hem pijn, na dien blik van Marianne, als ware 't door scherp staal gekwetst.

Vrouwen worden veel gauwer oud." "Ja, enkelen; maar kijk nu b.v. eens naar Mevrouw Gottwald." "Mevrouw Gottwald!" riep Abraham, "zij ziet er toch even oud uit als jij." "Och onzin, kinderpraat!" stoof Kruse plotseling op. "Mevrouw Gottwald ziet er waarachtig even jong uit als je vrouw."

"Aan uw vader!" herhaalde de Heer Bos met eenige drift, en terwijl hij zijn stoel verzette. "Het aan uw vader verhalen? Is dit kinderpraat of mannentaal? Aan uw vader! opdat hij zijn rakkers uitzende en zoowel Zwarten Piet en zijn bende als mij en mijn arme dochter in triomf binnen Amsterdam doe sleepen? Meent gij het oprecht? of hoe heb ik het met u?"

Het minnende paar. De prinses op de erwt. Ole Luk-Oie. Het oude huis. De gelukkige familie. Twee juffers. De wilde zwanen. Het madeliefje. De geschiedenis van een moeder. Uitstel is geen afstel. De tuin van het Paradijs. De kleine Tuk. De burinnetjes. Grootmoeder. De schim. Het vlas. Kinderpraat. De stopnaald. De oude torenklok. Het metalen varken. Het vriendschapsverbond. Het lucifersmeisje.

Hij roemde daarbij het zoete lenteweder, de frissche lucht der Kempen en de balsemgeuren, die van uit de verre mastbosschen hen tegenwalmden. Maar de sergeant-majoor had voor zulke dingen geene ooren. Van tijd tot tijd morde hij met eenen spotlach: "Altemaal kinderpraat! Vul daar eens uwen buik mede. Ik heb verduiveld grooten honger.

Ja, het eene heeft het andere niets te verwijten, het zijn gelijke kinderen, van hen kwam alles goeds, de natuur had hen rijkelijk bedeeld; wat zij indertijd gedacht en gesproken hadden, was niets anders dan kinderpraat. Er was eens een stopnaald, die zich zoo fijn waande, dat zij zich inbeeldde, een naainaald te zijn.

"Ik ben wel te beklagen," zeide ik: "te meer, omdat mijn verdediging zoo gemakkelijk mogelijk zou zijn, indien mij niet een heilige, maar noodlottige plicht het spreken verbood." "Het is genoeg, Mijnheer!" zeide mijn vader, oprijzende: "ik weet dergelijken kinderpraat op zijn waarde te schatten. Voortaan zullen uwe gangen worden nagegaan, daar kunt gij op rekenen.

"Wat weet gij daarvan?" vroeg Lodewijk: "omdat gij een paar keeren alleen met de meid geweest zijt, en zij tegen u misschien de preutsche gespeeld heeft, denkt gij, dat zij tegen een iegelijk zoo zijn moet. Loop heen! wij weten, wat wij weten." "Ik weet," zeide ik, "dat ik in twijfel sta, of ik uwe taal met den naam van laster of met dien van kinderpraat moet bestempelen."

"Soms spreken we om den haard, met ernst en met verstand, Van wetenschap en kunst, van plicht en vaderland," De heer Van Naslaan knikte zeer verstandig. "Van staat, van godsdienst, van geschriften en gezangen; Het kind komt in: vaarwel kunst, godsdienst, plicht en staat! 't Wordt: kusjes voor den mond, en kneepjes in de wangen, En hobblen op de knie, en jok en kinderpraat."

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek