United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Later op den dag kwamen de twee musschen, die hier geboren waren, voorbij. «Waar is het huisvroegen zij. «Waar is het nest? Piep! Alles is verbrand en onze overmoedige zuster ook. Dat heeft zij er nu van, dat zij het nest wou behouden. De rozen zijn er goed afgekomen, daar staan zij nog met haar roode wangen. Die treuren zeker niet over het ongeluk van haar burinnetjes.

«Hoor die allerliefste vogeltjes daar boven eenszeiden de rozen; «die beginnen nu ook hun best te doen om te zingen, maar zij kunnen het nog niet. Het zal intusschen wel gaan; wat zal dat plezierig zijn; het is wel aardig, zulke vroolijke burinnetjes te hebben

«Wij maken het levendig in den omtrek van het huiszei de moeder der musschen, «en het zwaluwennest brengt geluk aan, zeggen de menschen, daarom heeft men ons hier graag. Maar onze burinnetjes! Zoo'n rozestruik tegen den muur aan veroorzaakt vocht. Hij zal wel weggenomen worden; dan groeit hier ten minste misschien nog koren.

Ik zou wel eens willen weten, waarvan de eenden toch zoo geschrikt zijn; van ons zeker niet; wel is waar zeide ik vrij luid tegen jelui: «PiepDe rozen moesten het eigenlijk weten; maar die weten niemendal, bekijken zich zelf slechts en geven geur van zich; ik ben deze burinnetjes van ganscher harte moede

«Heb je hier in de stad een postje gekregenvroegen de musschen. De rozen knikten; zij herkenden haar grauwe burinnetjes en verheugden er zich over, dat zij ze terugzagen. «Wat is het toch heerlijk, te leven en te bloeien, oude vrienden terug te zien en alle dagen vroolijke gezichten!

Het is, alsof het een feestdag was.» «Piepzeiden de musschen. «Ja, het zijn waarlijk de oude burinnetjes: wij herinneren ons haar afstamming van den vijver. Piep! Wat zijn zij in aanzien gekomen! Ja, menigeen gelukt het in den slaap! Wacht! daar zit een verwelkt blad, dat zie ik heel duidelijkEn zij pikten er zoo lang aan, totdat het blad afviel.

Het zijn goede burinnetjes, zoowel die beneden, als die boven zijnDe jongen boven en beneden, die beneden waren echter slechts de weerkaatsing in het water, waren musschen; haar ouders waren insgelijks musschen; zij hadden het leege zwaluwennest van het vorige jaar in bezit genomen en huisden daarin nu, alsof het haar eigendom was.

Het minnende paar. De prinses op de erwt. Ole Luk-Oie. Het oude huis. De gelukkige familie. Twee juffers. De wilde zwanen. Het madeliefje. De geschiedenis van een moeder. Uitstel is geen afstel. De tuin van het Paradijs. De kleine Tuk. De burinnetjes. Grootmoeder. De schim. Het vlas. Kinderpraat. De stopnaald. De oude torenklok. Het metalen varken. Het vriendschapsverbond. Het lucifersmeisje.

Nu dachten de musschen, dat de rozen hier regeerden en dat het huis om harentwil gebouwd was; dat scheen haar nu wel wat te veel, maar daar de menschen al hun liefde aan de rozen bewezen, wilden zij niet achterblijven. «Piepzeiden zij en streken met hare staartjes over den grond en keken met één oog naar de rozen: zij hadden ze nog niet lang bekeken, of zij merkten, dat het de oude burinnetjes waren.

«Arm beestzeiden alle rozen, «wees maar niet bang: wij zullen je wel verbergen! Leg je kopje maar tegen ons aanDe musch spreidde haar vleugels nog eenmaal uit, daarop drukte zij ze vast aan haar lijf en lag dood bij haar burinnetjes, de mooie, frissche rozen. «Piepklonk het uit het nest. «Waar zou moeder toch blijven? Dat is onbegrijpelijk!