Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Zoodra de kippen de kat zagen, werden ze stil en deden, alsof ze nergens aan dachten dan aan krabben in den grond om eten te zoeken. De jongen sprong dadelijk op de kat toe. "Lieve, beste poes," zei hij, "je kent zeker wel alle hoekjes en gaatjes hier op de plaats. Wees nu eens lief en vertel me, waar ik den kabouter kan vinden." De kat antwoordde niet dadelijk.
Maar wat hij ook beloofde, het hielp hem geen zier. Op eens kwam het hem in de gedachte, dat hij Moeder had hooren zeggen, dat 't kleine volkje gewoonlijk in den koestal woonde, en hij besloot dadelijk daarheen te gaan, om te zien of hij daar den kabouter niet kon vinden. 't Was een geluk, dat de huisdeur op een kier stond, want hij zou niet bij het slot hebben kunnen komen om die open te doen.
Ben je dan hier niet thuis?" "Ik begrijp wel, dat u denkt, dat ik een van 't kleine volkje ben," zei nu de dwerg, "maar ik ben een mensch, zoo goed als u, al ben ik in een kabouter veranderd." "Dat is het wonderlijkste, wat ik ooit heb gehoord. Zou je me niet willen vertellen, hoe 't je zoo slecht is gegaan?"
Toen 't kleine kaboutertje dichtbij hem stond, en de flesch aan de lippen wilde brengen, keek hij hem aan en zeide: "Er is niets meer in." Meteen begon hij te lachen. "Dat valt ook niet mee, kabouter." Het guurke zette een boos gezicht. De rimpels van zijn voorhoofd trok hij in de hoogte, zijn oogen vernauwde hij, zijn mond zette hij vooruit.
De kabouter kneep één oog dicht en legde den wijsvinger langs den neus. 'In de heilige boekjes van andere dieren, waarin over Kribbelgauw gesproken wordt, heet hij een verfoeilijk en verachtelijk monster. Maar ik houd er mij buiten. 'Is er ook een kabouterboekje, Wistik? Wistik keek Johannes eenigszins wantrouwend aan. 'Wat zijt gij eigenlijk voor een wezen, Johannes?
Hij kroop zelfs in een paar rattegaten, maar hij kon den kabouter niet vinden. Onder het zoeken schreide hij en smeekte, en beloofde alle mogelijke dingen. Hij zou nooit weer zijn woord breken tegenover iemand, nooit zou hij weer ondeugend zijn, nooit weer slapen onder de preek. Als hij maar weer een mensch mocht worden, zou hij zoo'n beste, lieve, gehoorzame jongen zijn.
De ganzen liepen naar elkaar toe, staken de koppen bij elkaar en vroegen: "Wie kan dat gedaan hebben? Wie kan dat gedaan hebben?" Maar het vreemdste van alles was, dat de jongen verstond wat ze zeiden. Hij was zoo verbaasd, dat hij op het stoepje bleef staan luisteren. "Dat komt zeker, omdat ik in een kabouter ben veranderd," zei hij. "Daarom zeker versta ik nu de taal van de vogels."
"Ik ben Niels Holgersson van Wester Vemmenhög, die in een kabouter is veranderd," antwoordde de eerste van hen, die binnenkwamen, "en ik heb een tamme gans bij me, waar ik op rijd, en een grijze gans." "Zulke rare gasten zijn nog nooit in mijn huis geweest," zei de koe, "en jelui bent welkom. Maar ik wou toch liever, dat de vrouw gekomen was, om mij mijn avondvoer te brengen."
Als hij ze dan pakken wilde, vlogen ze weg, en dan hoorde Hilbert ergens dichtbij hem een honenden lach ... van den kleinen kabouter, die tegen zijn beenen leunde. Bij Japikje's huis hielden zij stil. Hijgende rende Hilbert erheen. Het was zijn laatste kans. De kleeren konden niet verder, meende hij. Haastig keek hij op zijn horloge. Het was op slag van twaalven. Hij zag door 't venster.
Met die woorden liep de kat weg, en zag er weer even glad en zachtzinnig uit, als toen ze kwam. De jongen was zoo beschaamd, dat hij geen woord zei, maar zich haastte naar den koestal om den kabouter te zoeken. Daar waren niet meer dan drie koeien. Maar toen de jongen binnenkwam, begon er een gebrul en een spektakel, zoodat men best kon denken, dat er minstens dertig waren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek