United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want in den spiegel zag hij duidelijk een klein, klein kaboutertje, gekleed met een slaapmutsje en een leeren broek aan. "Die is precies gekleed als ik," zei de jongen, en sloeg de handen in elkaar van verbazing. Maar toen zag hij, dat de kabouter in den spiegel hetzelfde deed.

't Oude moedertje begreep dadelijk, dat het de kabouter was, en ze werd heelemaal niet bang. Ze had altijd gehoord, dat hij op de plaats woonde, maar ze had hem nog nooit gezien. En een kabouter bracht immers geluk, als hij zich vertoonde.

Dat wat het dichtste bij is, willen ze dadelijk hebben, zonder er om te geven, wat het hun kosten kan. Niels Holgersson had niet geweten, wat hij verloor, toen hij verkozen had een kabouter te blijven, maar nu werd hij er vreeselijk bang voor, dat hij nooit meer zou worden, zooals hij wezen moest. Wat in de wereld moest hij toch beginnen om weer een mensch te worden?

Nu, 't was in ieder geval goed om den visch mee te schrappen en schoon te maken, en het duurde niet lang, of de baars was opgegeten. Toen de jongen goed verzadigd was, schaamde hij er zich wel over, dat hij rauwe visch had kunnen eten. "'t Lijkt wel of ik geen mensch meer ben, maar een echte kabouter," dacht hij.

Op het hoofd droeg hij een eikelkapje met een klein veertje, vóór hem zat een kruisspin en luisterde naar de voorlezing. Toen de twee naderden, keek de kabouter zonder het hoofd op te heffen, uit zijn boekje op en trok de wenkbrauwen in de hoogte. De kruisspin kroop weg. 'Goeden avond! zeide de kabouter. 'Ik ben Wistik. Wie zijt gij beiden? 'Ik heet Johannes. Ik wilde graag met u kennis maken.

"Ik weet wel, waar de kabouter woont," zei ze met een zachte stem; "maar 't is niet zeker, dat ik je dat vertellen wil." "Lieve poes, je mag me wel helpen," zei de jongen. "Zie je niet, hoe hij me betooverd heeft?" De kat deed de oogen wat wijder open, zoodat het groene en leelijke er in begon uit te komen. Ze spon en snorde van genoegen, vóór ze antwoordde.

"Holla daar, waar blijft gij nu? Hier, allemaal Mammy, Jimmy, Polty, Suckey blij dat ge meester weerziet?" zeide hij en gaf allen achtereen de hand. "Pas op de kinderen," vervolgde hij, toen hij over een pikzwarten kabouter struikelde, die op handen en voeten kroop. "Als ik er op een trap, laat hij het dan maar zeggen."

Knapen stoeiden en ravotten nog, in de buurt van huisjes waar weemoedig gele lichtjes pinkten en een enkele schaatser kwam over de wijde vlakte in de sonore stilte aangereden, reeds in de verte hoorbaar lang vóór men hem zag en dan van lieverlede uit de feerische atmosfeer opdoemend, eerst klein als een kabouter, met gekke arm-en-been-bewegingen, maar langzamerhand groeiend tot een flinke en krachtige verschijning, tot een soort van reus-in-eenzaamheid, die als het ware zwom en roeide over een fantastisch meer van dood en stilte, waar hij het eenig overblijvend levend wezen was.

Zou 't een kabouter geweest zijn?" Eenige dagen na dit bezoek van een "geest" aan vader Mabeuf, had Marius 't was des Maandags, den dag dat Marius een vijffrancstuk van Courfeyrac leende om 't aan Thénardier te geven, des ochtends dat vijffrancstuk in zijn zak gestoken, maar voor het naar de gevangenis te brengen was hij een weinig gaan wandelen, in de hoop, dat hem dit bij zijn terugkomst zou doen werken.

"Boe, boe, boe," loeide Meiroos. "Het is maar goed, dat er rechtvaardigheid in de wereld is." "Boe, boe, boe!" hieven ze alle drie aan. Hij kon niet hooren wat ze zeiden, zoo overschreeuwden ze elkaar. De jongen wilde naar den kabouter vragen, maar hij kon zich niet verstaanbaar maken, omdat de koeien in volslagen oproer waren.