Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
De jongen wilde hem zeggen, dat hij er berouw van had, dat hij zoo leelijk tegen hen had gedaan, en dat hij nooit anders dan goed voor hen wezen zou, als ze hem maar zeggen wilden, waar de kabouter was. Maar de koeien luisterden niet naar hem.
En 't ging al net zoo met de tafel. Hij kon niet over het blad van de tafel heen kijken, zonder op de leuning van den stoel te klimmen. "Wat in de wereld is dat toch!" zei de jongen. "Ik geloof, dat de kabouter den leuningstoel en de tafel en de heele kamer betooverd heeft."
Verpersoonlijking der bandelooze elementen, der ruwe natuurkrachten is het geslacht der reuzen. Nu eens vertegenwoordigen zij den winter, dan weer den nacht of den stormwind. Zoo ver de mensch in lichaamskracht boven den dwerg of kabouter staat, zoo ver blijft hij beneden de plompe dommekracht van den reus.
Ze maakten zulk een spektakel, dat hij bang was, dat een van hen zich los zou rukken, en hij meende, dat het maar het beste was uit den koestal weg te sluipen. Toen hij weer buiten kwam, was hij recht moedeloos. Hij kon wel begrijpen, dat niemand op de hoeve hem wou helpen om den kabouter te vinden. En het zou ook wel niet veel helpen, al vond hij hem.
Ten minste had hij dit moeten bedingen, dat de kabouter hem de preek in 't hoofd zou tooveren. "Wat was ik dom, dat ik hem vrij liet," dacht hij, en hij begon het net te schudden, opdat de kabouter weer naar beneden zou vallen. Maar op hetzelfde oogenblik, dat de jongen dat deed, kreeg hij zoo'n vreeselijke oorvijg, dat hij meende, dat zijn hoofd in stukken zou springen.
"Dat is een merkwaardig bericht! een merkwaardig bericht! Kan hij nooit weer een mensch worden, katuil? Kan hij nooit weer een mensch worden?" "Dat is een geheim, moerasuil, maar jij mag het toch wel weten. De kabouter heeft gezegd, dat als de jongen op dien tammen ganzerik past, zoodat hij ongedeerd weer thuis komt en..." "En verder, katuil? Verder? Verder?"
Hij zal zien dat als er onrust op de aarde is, de vrede van de doode dingen verstoord wordt. Het volk weet dat wel. In zulke tijden dooft de booze boschnimf het vuur in de kolenbranderij, slaat de meermin de booten stuk, zendt de stroomgeest ziekten uit en laat de kabouter de koeien verhongeren. En zoo ging het dit jaar. Nooit had de overstrooming in de lente zóóveel schade aangericht.
"Als wij er morgen maar komen, zijn al onze zorgen voorbij," dacht de jongen, en kroop diep onder het stroo om wat warmer te worden. De koe had al dien tijd leven gemaakt in den stal. Nu begon zij op eens tegen den jongen te praten. "Ik meende, dat een van hen, die hier binnenkwamen, vertelde, dat hij een kabouter was. Als dat zoo is, dan weet hij zeker wel, hoe hij een koe moet behandelen."
Maar nu bleef ook 't oude moedertje niet langer stil in de kamer zitten; ze liep heel stil naar buiten op de plaats, en ging in de schaduw van de pomp staan, om den kabouter af te wachten. En er was nog iemand, die hem opgemerkt had, en nieuwsgierig was geworden. Dat was de huiskat. Zij kwam zacht aansluipen en bleef bij den muur staan, een paar stappen van den heldersten lichtschijn af.
Geen goud zoeken zij, maar het boekje. Sommigen versuffen ook onder den arbeid, vergeten hun doel en hun wensch en dwalen af tot jammerlijk gebeuzel. Dan heeft de kabouter hen kindsch gemaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek