Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Als Johan in de herberg zat, zag hij ze vaak omloopen in de gang. Ze lachte luid of zong. Ze had eene klare golvende stem, die door gansch het lichaam van Johan sidderde en er een ongemak veroorzaakte, dat het bloed naar zijne slapen joeg. Hij dierf haar niet aan te spreken, maar zijne vingeren beefden en zijn adem zwol.

Het werd hun, alsof de wereld voor hen wegzonk, en alsof zij alleen waren in een paradijs... het werd hun of zij het eerste paar waren, dat elkaâr liefhad, of er nooit bemind was vóor hen. Mama vraagt, of jullie komen ontbijten? riep Johan Van Rijssel het viertal toe, dat lag te mijmeren in de zon. Luie, groote menschen; , jullie liggen te slapen, geloof ik...

Straatvloers woonde de herbergier, op de eerste verdieping huisde Julia met haren nieuwen echtgenoot, op de tweede lawaaide de weduwe Sikkel, met hare negen kinderen, en hooger op, onder de pannen, nestte Johan Doxa, geheel alleen. Deze verandering van midden was hem zeer voordeelig.

Nòch door zijn opvoeding, d. i. door lectuur of omgang met oudere vrienden, nòch door zijn omgeving, die Fransch was na den vroegen dood van zijn moeder en in het leger, werd hij Vlaamschgezind; een oude vriendschap brengt hem op den weg. Johan de Laet, die in de velden vroeger zijn spelen deelde, spreekt hem het eerst over werkelijker idealen.

Bakker Witt belooft hem dat, en hij rijdt om den slottuin henen, bindt den wagen vast en wil den mantelzak naar het slot dragen. Toen jaagt de koetsier van den ouden pachter Roggenboom, Johan Brummer, door de poort, en klapt achter de vier lichte bruinen, dat ze achteruit schoppen en hem het slijk in de oogen smijten, en hij roept: "Beter mij wat in 't gezicht, dan jelui striemen op het vel!"

Ge hebt daaral niet veel te protocollen, naar ik zie, en dat is een ongeluk voor u en voor haar. Alles goed bekeken. Ge zijt een vijg, jongen, ge zijt een slappe vijg ... 'k zeg het in alle eere, om u niet te krenken ... kortom, een vijg." Johan Doxa sprak: "Vermits gij het zegt ... vermits gij het zegt ... denkt ge waarlijk?"

De moedige Johan de Witt, die zich onder hen bevond, was te Petten in een visschersboot gegaan en naar onze vluchtende schepen gevaren, ten einde hen te bewegen, het gevecht te hervatten. Jan Evertsen had met een tiental andere vaartuigen behouden de Maas bereikt.

Bij eene zoo overdadige behandeling, bleef Johan Doxa verdraagzaam-glimlachend toekijken, en niets scheen de schoone zaligheid te kunnen storen, die geheel zijn wezen vervulde en hem toeliet, in alle omstandigheden, een pak slaag als een dankbaar almoes te aanvaarden.

Nadat hij de derde flesch geuze besteld had, viel hem plots in dat hij geen geld had. Dadelijk bekoelde echter het zweet, dat hem op het voorhoofd uitgebroken was als hij bedacht dat Anatole gauw aan zou komen. Waar bleef toch Anatole? Om tijd te winnen bestelde en dronk Johan Doxa nog vier flesschen.

Wel hadden de admiraliteiten, op aansporing van den steeds onvermoeiden Johan De Witt, krachtig medegewerkt tot den bouw en de uitrusting der vloot; maar over het benoemen van een opperhoofd was men het niet eens.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek