Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Den volgenden dag liet de Prins zich voor den maaltijd verschoonen: hij lag met zware hoofdpijn te bed. Toch had hij zich nog dien morgen naar het huis van den Raadpensionaris begeven, ten einde naar diens gezondheid te vernemen. Hij trof Johan de Witt geheel gekleed. Toen de Prins binnentrad, was de Raadpensionaris niet alleen in het vertrek.
Maar stilaan zag Johan in de zwaarpurperen schemering de dikke pilaars opklaren en ginder hooge wattige gewelven dragen. De muren begonnen zacht te glimmen. De outer werd zichtbaar en heerlijk. En alles, al wat hij zag, was met wondere polychromiën versierd. Het werd hem, hoe meer hij toekeek, zoo rijk en koninklijk dat zijn hart er week en gulzig bij aan het dansen ging.
De kamerdienaar groette steeds, naar den kant van den wagen, waar hij zat, en mishandelde zijn hoed op eene onmenschelijke wijze; en aan den anderen kant riep de oude Witt recht gemeenzaam van den wagen af: "Goeden dag, oude! Goeden dag, Bank; hoe maakt het je bochel? Goeden dag, Johan! Goeden dag, Strüwing! Wel? Alles wel? Hoe is 't met de varkens?"
Den 25en November begon Moreau zijn operaties en leidde deze zoo goed en gelukkig, dat hij in weerwil van zijn geringere getalsterkte aartshertog Johan, die von Kray in het opperbevel had vervangen, den 3en December in de met sneeuw bedekte passen en boschwegen van Hohenlinden met zwaar verlies terugsloeg.
Johan werd de prooi van eene geweldige aandoening; zijn last rolde over zijn buiksken aan zijn voeten en hij wilde vluchten. Hij week door de menigte heen. Hij voelde van allen kant oogen op hem gestoken en kinderen schreeuwden hem achterna. Hij kwam in een klein ledig straatje, gelijk een drenkeling een oever bereikt.
Johan Doxa noemde dat, zonder verdere uitlegging: Een slaapmutseken, Lieven, tegen de nachtmerrie en de beproevingen van den Antikrist.
Te valavond begaf zich Johan Doxa toch op weg. Wel beefde hij en wankelde haast terwijl hij de piepende trap opging. Hij stond vóór de deur en wilde zich nu eerst eens goed bedenken. Hij bedacht zich eens goed, zuchtte en besloot maar weer de trap af te dalen. Toen juist sprong het slot en in de vrije klaarte stond daar de weelderige Julia.
In 1801 werd deze inrichting naar Middelburg overgebracht en gevestigd in het zoogenaamde "Museum Medioburgense". Dit museum was een stichting van Johan Adriaan van de Perre, vertegenwoordiger van den Eersten Edele van Zeeland, een vermogend beschermer der wetenschappen en zijn tijd verre vooruit.
"Wie is die man daar, Antonio?" vroeg Johan, schichtig. "Soleimon? o, een arme gek: hij wacht daar bij mijn buurman op zijn eten."
Hij wilde opstaan, maar of het voor iets onnoodigs geweest was, zakte hij opnieuw in zijn werkhouding. En Johan streek zich met de hand over de oogen om de verbijstering te ontgaan. Want de kamer een oogenblik vlottend, was bij het opstaan van Vogel hem verschenen gezonken. Stoffigheid hing voor de dingen, stoffig trok de dag achteruit door de lichtscheur in den muur. De avond bedroop den hemel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek