Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 september 2025
God vernedert mij uitermate, dacht ik. Zijn naam is gebenedijd." Het bleek seffens dat Johan Doxa zich aan geen de minste misdaad had vergrepen. Hij was wettig en kerkelijk getrouwd. Hij had dat zoo stillekens gedaan, en zijne neerslachtigheid, die daarop volgde, had geen andere oorzaak, dan dat hij 't over zijne tong niet kon krijgen om het aan Lieven te bekennen.
Het is geen toeval dat wij juist uit dezen tijd verscheidene hunner leiders of aanvoerders bij name kennen: NICOLAAS ZANNEKIJN, JAN BREYDEL en PIETER DE CONINC; JACOB VAN ARTEVELDE met zijne beide medestanders: PIETER VAN DEN BOSSCHE en FRANS ACKERMAN; JOHAN YOENS; PETER COUTEREEL, "de Brabantsche ARTEVELDE" . In de Noordelijke landen, die in algemeene ontwikkeling bij de Zuidelijke achterstonden, kunnen wij niet zulk een aantal namen van beteekenis aanwijzen.
Maar de dokter ging het pad op, zei niets, smal, als verkrompen plotseling in zichzelven, en Johan, met de armen uitbundig geworden, had het genot in zijn oogen vochtig, wiegde zichzelven mêe op den schommelenden hooggang van zijn klimmend lichaam.
En het werd hem ineens zoo droef te moede, zoo droef te moede, zoo eindeloos droef te moede.... Op een zondag-avond, na 't lof, lag Johan Doxa in zijne cel, op het nauwe ijzere bed. Het Klooster sliep. Johan lag met open oogen tusschen denken en niet denken. Was dat mijmeren? Was dat rusten? Voor de eerste maal sinds zijne aankomst bij de paters, lag hij zoo en glariede in de duisternis.
Had Johan de Witt door de deur der kamer kunnen heenzien, of was hij het vertrek weder binnengetreden, hij zou het zoo licht niet gerekend hebben, dien knaap te beheerschen.
Heer Joost overleed reeds in 1539, terwijl zijne kinderen Johan en Filippa nog minderjarig waren, weshalven Vrouwe Anna ten hunnen behoeve het Burchtgraafschap bestuurde. De Stichtsche zaken waren thands onder het waereldsch beheer allengs op een geregelder voet gekomen, zoodat men de vroeger gemaakte pandschulden kon beginnen af te lossen.
Johan ging terug, met de heeren mede, een onnoozele wel waarvan de gedachten verloren zijn, met als rook boven in zijn hoofd, het vaag gevoelde weten van zijn nog vlottende eenzaamheid. Hij had dien morgen een brief ontvangen over Gibraltar, Engelsche post, de brief kwam uit Parijs.... Frits was in Parijs.... die brief had hem beroerd met een plotselingen terugslag naar zich zelven.
En door den nacht terug en veroordeeld tot een dubbel donker, daalde Johan met hem.... twee duistere menschen die elkaâr niet zien. Vogel was stil geworden, het broeide om hem als liep hij in een stom dreigement, niets was er dan het leven van de voeten. Dom ging het loopen goed, de zakkende weg maakte nu het gaan gemakkelijk.
Johan Doxa stond plots recht en riep: "Een pint geus voor heel de Kompanie!" Het docht hem dat zijn gansch wezen openging. De woorden die hij geschreeuwd had bleven trillen door zijn lichaam, als op pezen van metaal. Hij viel neer op zijn stoel en zweette een beetje. De jonge paren keken om en naderden de tafel waar hij zat gelijk een, die, bedwelmd, zijne eigene troonplechtigheid bijwoont.
"Ce bon brute daar kan ons wel een beetje bijlichten.... Kom toch.".... "Ik zeg: 't is niet de eerste maal dat ik zoo mijn geluk zoek." Tot op twee manslengten achter het bakentje liep Johan meê, willoos in het rillerige donker. De Arabier keek niet om of op, gewend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek