Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 november 2025


Lever uw redder over. Laat u vervolgens het waschbekken van Pontius Pilatus brengen en wasch er uw klauwen in." Dan sloeg hij den blik weder op zich zelven, en naast den verheven Jean Valjean zag hij, Javert, zich zelven verlaagd. Een galeiboef was zijn weldoener. Maar waarom ook had hij dien man vergund hem in het leven te laten? In de barricade had hij het recht, gedood te worden.

In een oogwenk, vóór dat Javert den tijd had zich om te keeren, werd hij bij den kraag gevat, op den grond geworpen, gekneveld en onderzocht. Bovendien had hij zijn horloge en zijn beurs, welke eenige goudstukken bevatte. Men liet hem horloge en beurs.

Ge kunt u voorstellen, hoe mij dit verwonderde, daar ik meende denzelfden Jean Valjean hier te hebben! Ik schrijf aan den rechter van instructie. Hij doet mij komen en brengt mij in Champmathieu's tegenwoordigheid... "En?" viel Madeleine hem in de rede. Javert antwoordde met zijn onveranderlijk en treurig gelaat: "Wat waar is, is waar, mijnheer de maire.

Bij deze beslissende woorden waagde Javert het, den maire strak in de oogen te zien, en zeide, maar op een nog altijd diep eerbiedigen toon: "'t Doet mij ten hoogste leed, mij tegen mijnheer den maire te moeten verzetten; 't is de eerste keer van mijn leven, maar hij veroorlove mij hem te doen opmerken, dat ik mij binnen de grenzen mijner bevoegdheid houd.

Op zekeren morgen was mijnheer Madeleine in zijn kantoor bezig met het in orde brengen van eenige spoedeischende zaken der mairie, voor 't geval hij tot de reis naar Montfermeil mocht besluiten, toen men hem kwam verwittigen dat de inspecteur van politie Javert hem wenschte te spreken. Op 't hooren van dien naam kon de heer Madeleine een onaangenaam gevoel niet bedwingen.

Javert gehoorzaamde met dien onbeschrijfelijken glimlach, waarin zich het overwicht van het geboeide gezag te kennen gaf; Jean Valjean nam Javert bij den halsstrik, zooals men een lastdier bij den halsband zou nemen, en hem achter zich sleepende, verliet hij langzaam de herberg; want Javert, wiens beenen gebonden waren, kon slechts zeer kleine passen doen. Jean Valjean had het pistool in de hand.

De klauw en de val hebben een vreeselijke beteekenis, 't is de gestremde beweging van het gevangen dier. Welk een genot, zulk een vangst. Javert genoot. De mazen van zijn net waren sterk. Hij was zeker van te slagen; hij behoefde slechts de hand uit te steken.

Ge hebt mij gezegd, dat ge nooit den brief had ontvangen, dien ik u door Gavroche gezonden had. Hij zal in zijn handen zijn gevallen. Cosette, hij is naar de barricade gegaan om mij te redden. Wijl het een behoefte voor hem is een engel te zijn, heeft hij terloops ook nog anderen gered; hij heeft Javert gered. Hij heeft mij uit dien poel getrokken om mij aan u te geven.

Zijn treurigheid, bekommering, angst, neerslachtigheid, de nieuwe ramp, die hem dwong des nachts de vlucht te nemen en op goed geluk af in Parijs voor Cosette en zichzelven een onderkomen te zoeken, de noodzakelijkheid om zijn tred naar dien van een kind te regelen, dit alles had, zelfs zonder dat hij er zich van bewust was, Jean Valjeans gang veranderd en aan zijn gewone houding iets zoo oudachtigs gegeven, dat zelfs de politie, in Javert vertegenwoordigd, zich er in kon bedriegen en zich werkelijk bedroog.

"Nu, wat is er? wat hebt ge, Javert?" Javert bleef een oogenblik, als overdenkend, zwijgen; toen verhief hij zijn stem met een soort van sombere plechtigheid, die echter zonder gezwollenheid was. "Er is een schuldige daad gepleegd, mijnheer de maire." "Welke daad?" "Een ondergeschikt dienaar van 't gezag heeft op erge wijze den eerbied aan een overheidspersoon gekrenkt.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek