Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Maar Jannetje had daar overheen gepraat door onverwacht met de domme vraag voor den dag te komen: "Dominee, als de engelen eens de maaiers wezen zullen, gebruikt de Heere dan hier al voor de tarwe artilleristen en politieagenten?" En toen was dominee werkelijk boos geworden en had geantwoord dat ze geen grapje van de zaak maken moest, want daar was het te ernstig voor.
"Als ik een man ben, dan word ik meester!" placht hij vertrouwelijk tot Jannetje te zeggen. "Dat kan niet," antwoordde zij dan, "er is al een meester." "Ja, dat begrijpen meisjes zoo niet; maar er zijn een heele boel dorpen, en in elk dorp is een meester noodig." "Wou je dan naar een ander dorp? En laat je mij en je vader en moeder en Gijs en Santje dan hier en ga je alleen weg?"
Zoodat de dominee, een goedige, naïeve man, reeds gedacht had dat hij er al was en nu Jannetje gelegenheid gaf om te antwoorden. Doch hij was er nog niet, want zijn vroegere leerlinge had heel onnoozel gevraagd: "Dominee, is de wereld en de Hervormde Kerk dan hetzelfde?" Maar Jannetje was ook geen theoloog!
"Neen," zei Jannetje weer, "het was omdat ze zoo geslagen was, en oom...." "Kind!" riep vrouw Huiskamp. "M'n eenige zuster! Maar hoe zat dat dan?" "Laat u me nou geregeld doorvertellen," zei Jannetje, die zich verbeeldde dat haar verslag niets aan duidelijkheid te wenschen overliet. "Waar was ik ook weer? o Ja, oom had een diepe snee boven z'n linkeroog en kwam zonder hoed thuis."
Een oogenblik keken ze elkaar in de oogen; één oogenblik slechts, maar lang genoeg om Jannetje de hare met een blos te doen neerslaan. Samen gingen ze verder, het meisje begon: "Ik dacht dat...." Wat dacht ze? Dat Gerrit wel komen zou; en was ze daarom uitgegaan? Dat hij niet komen zou; en was ze daarom ook maar niet thuis gebleven?
"LYSJE WEBBELAAR, op het beroep van haar vader. De kat viel van de trappe, Myn vader verkoopt aardappe- Len en uyen." Oorspronkelykheid... maar dat doorsnyden van de aardappelen keur ik af. Pruik: links. "JANNETJE RAST, op een windwyzer. Hy staat op een schoorsteen van binnen vol roet. En wyst aan den wind hoe hy waaien moet."
Jannetje deed er het zwijgen toe; ze begreep dat daartegen toch niet te redeneeren viel. Het was hard; het wierp een schaduw over haar geluk; maar 't was niets anders!
Mijn kleeren waren heelemaal bedorven. Nu ik er weer zoo inkom...." Jannetje barstte in tranen uit, legde de armen op tafel en het hoofd op de armen, en begon hartstochtelijk te snikken. "Zoo, zoo!" gromde vader en smoorde zijn verontwaardiging door heftige trekken aan zijn pijp. Moeder haastte zich om wat valeriaan klaar te maken. "Hier schaap, drink 'ereis, maar dat is verschrikkelijk!
De gezondheid van vrouw de Greef had veel geleden door de haar aangedane behandeling. De jonge vrouw van den "meester" bezocht haar dikwijls; nooit met een ledig hart en zelden met ledige handen. Onder haar nieuwe vriendinnen ontmoette Jannetje meer dan anderen de jeugdige weduwe Poort, die zoo levendig aandeel nam in al wat tot steun en opbouw van de gemeente des Heeren strekken kon.
... "waarom ik niet zou kunnen vragen..." ging Gerrit eensklaps voort. "o Jannetje; we kennen elkaar al van kleine kinderen af... ik voelde het toen ik verleden jaar wegging.... maar toen mocht ik het niet zeggen... ik wist niet of je dat toen wel wou... maar nu hoop ik het... o lieve Jannetje, ik kan niet zonder je leven!" "O!" was al wat het meisje uiten kon. Ze bleef staan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek