Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 oktober 2025


Goddank!" Janboer, wien 't hart vreeselik had geklopt, begon ook weer ruumer te oajemhoalen, en 'en gevuul van dankboarheid kwiem bij 'm op.... O! as ie is 'en moord had begoan! zoo dacht hij, en een paar tranen glinsterden in zijne oogen. "Maar door welk toeval is de wond ontstaan?" vroeg de dokter nog eens.

Nogmaals vernemen wij nu van Janboer en Trijntje een: "Sloap wel!" en niets treft meer onze ooren, dan het onophoudelijk tik, tik, tik, der staande klok met de scheepjes. Op ongeveer twintig schreden afstands van Janboers woonhuis met achterdeel, stond de groote of hooge schuur.

Janboer stonden de tranen in de oogen. Of 't leugen of woarheid was, den Berend had ie wel willen trampen. Evenwel, hij hield zich goed, en besloot om zich 's avonds te overtuigen in hoever Berends beschuldiging waarheid bevatte. 't Was kwartier over tienen. Jenneke had genacht gezeid. De meiden en knechts ook.

't Was net, of Janboer 'en scheut deur z'n lief kreeg, toen ie alweer die vroag heurde, en zich vermannende wilde hij oprecht zijn vergrijp verhalen, toen Jozef met een zwakke stem zich liet hooren. "Mien eigen schuld," zeide hij: "'en zwoar stuk hout, is mien op 't heufd gekommen."

"'k Zal 't niet lang meer moaken," hervatte Jozef: "dat gleuf 'k; moar 'k zal bij God veur oe bidden, en dan zal God oe ook verder wel zêgenen. Nou zie'k muû. Lêft soamen wel." "God! hie starft!" riepen Janboers vrouw en dochter als uit éénen mond, en juist wilde Janboer den dokter te gemoet loopen om hem tot spoed aan te zetten, toen deze de deur binnentrad.

Gelukkig, dat onze bekendheid met Janboer en Trijntje de verbeelding te hulp komt, en dat gij alzoo over den inhoud van die bedstede niet in het onzekere behoeft te blijven. Mochten en konden wij zien, dan zouden wij twee hoofden bespeuren: de hoofden van Janboer en Trijntje. Janboer volle maan; echter minder blank, want zijn gelaatskleur heeft niets maanachtigs.

Allen waren dankbaar; allen waren tevreden; en ofschoon Janboer somwijlen wel eens de oude schoen knelde, en hij Jozef veur zien Jenneke toch wel wat heel min vond, zoo ontdeed hij zich dan spoedig van het knellende schoeisel.

Joa, nou za'k 't zeggen ook," en Berends gelaat nam een vreemde plooi van heiligheid aan: "Asof ie Jenneke ook al niet slecht het gemoakt, en asof ie d'r niet altoos...." "Berend, ge liegt!" riep Janboer pijnlijk geschokt, zoo hard dat de varkens verschrikt uit het schot naar buiten stormden: "Wát...! wou.... ie.... van Jenneke proaten!

Janboer, die sedert het voorgevallene geheel van streek was, keek Berend aan alsof deze een tijger was die op hem loerde. 't Was alsof hem de woorden in de keel bleven steken; en toen hij eindelijk de stem terug kreeg, zeide hij, terwijl hij zich eensklaps omwendde: "Mins, mins, 't schêlt oe in 't heufd, of, ge zint slecht!"

Moeder Trijntje, die niet wist wat Jan toch schêlde, stapte juist in haar bedstee, toen de man zei: "Vrouw, 'k goai nog êfkes op de dêl um te zien of de jongens alles wel kloar hebben." "Goed," zei de vrouw, en weg was hij. Janboer, wien het bloed den ganschen dag had gekookt, voelde zijn onrust vermeeren nu het oogenblik naderde, waarin hij wellicht de hardste waarheid zou vernemen.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek