Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Maar op eens riep de zon: "Nu is mijn tijd uit!" en rolde achteruit uit de kloof. Toen liet de toovenaar zijn drie wolven los, en opeens vlogen de noorderstorm, de kou en de duisternis uit de kloof, en begonnen achter de zon aan te vliegen. "Jaag ze weg! Drijf ze voort," riep de toovenaar. "Jaag ze zoover weg, dat ze nooit meer terugkomt. Leer ze, dat Lapland van mij is!"

"Ja," antwoordde de huisheer, die hoe langer hoe meer op een razenden Roland begon te gelijken. "En als hij ook maar het geringste heeft meegenomen, dan jaag ik je weg, versta je, jaa

Maar juist kwam Klaas Zwart van den anderen kant de brug op. "Houd hem, Klaas!" riep Frans zijn vriend toe. "Jaag hem op!" "Ja, ja!" was het antwoord. En met zijn armen zwaaiende en onder een luid geschreeuw joeg hij het verhongerde beest terug. Spoedig kwam Fik nu Frans weer tegen, en deze joeg hem ook terug.

Als je de kooi vast hebt, jaag dan oogenblikkelijk naar ons terug en haal de jonkvrouw afToen dat waagstuk volbracht was en de koningszoon met zijn schatten zou wegrijden, zei de vos: »nu moet je mij nog de belooning geven voor mijn hulp.« »Wat wensch je er voorzei de jongeling. »Als wij in het bosch komen moet je mij doodschieten en kop en pooten af houwen!« »Dat zou een mooie dankbaarheid zijn, dat kan ik onmogelijk doenantwoordde de prins.

»Grijp naar het eeuwige levenwordt niet den afgedoolde, maar den wedergeborene toegeroepen. »Gij, o, mensch Godsroept de heilige apostel uit, »vlied de aardsche, jaag naar de hemelsche dingen; strijd den goeden strijd des geloofs; en grijp naar het eeuwige levenEen zondaar kan daar niet naar grijpen. Hem is de hand verlamd.

Ja, dat weet ik wel. Maar den Aladschy liet gij loopen, omdat gij de wraak van zijn broer, van zijn bende en ook zijn eigen overmoed vreesdet. En van mij denkt gij, dat ik mij niet verweren zal en ook als vreemdeling niemand heb, die u met een kogel tot rede zal brengen. Oho! riep Halef. Wie de hand uitsteekt naar mijn Effendi, dien jaag ik een kogel door het hoofd! Probeer het eens!

En dit vertaalde Femke aldus: zon... Peru... Aztalpa... Kusco... Wouter! Jaag de kinderen weg... ze gooien vuil op de bleek... Femke vertaalde: moedig in den stryd tegen de vyanden van Peru... hy de edelste telg der Inca's... Telasca... Wouter! Och... alles riep: Wouter! En hy kwam niet! Den eersten dag was zy bedroefd. Den tweeden, ongeduldig. Den derden, ongerust...

DE VADER. Anders niet, anders niet! Gauw! DE DOCHTER, weenend. Och, vader lief, jaag hem niet weg! Gij hebt beloofd, dat wij mochten trouwen. DE VADER. Trouwen? Met den zoon van mijnen grootsten vijand, met den valschaard, die mijne Striata Formosissima aan de ratten overgeleverd heeft? Trouwen? Nooit! Dan geef ik u nog liever aan den bult van Okeren.

Jaag' de Bard naar rijker kronen Dan de wufte jeugd hem gaf, Dwing' hij door zijn toovertonen Zelfs den wijze een glimlach af: Nooit, hoe fier zijn lauwren kraken, Zal hij weêr de weelde smaken, Die zijn eerste Lied hem schonk, Toen het roosje op haar kaken, In hare oogen 't traantjen blonk!

Met de grootste onverschilligheid strekte hij zich vervolgens op de planken uit en scheen zich om niets ter wereld meer te bekommeren. "Jaag hem op!" riep Don Quichot den leeuwenhoeder toe. "Stoot, sla, schop, terg en sar hem, tot hij uit zijn hok komt." "Ja, ja, dat zal ik wel uit mijn hersens laten," riep de man.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek