Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Vier of vijf dagen vóór het werpen zoekt de reegeit in een eenzaam, afgelegen deel van het woud een stil plekje op, en brengt daar hare jongen ter wereld. Jonge wijfjes krijgen maar één enkel kalf, oudere twee, bij uitzondering zelfs drie kalveren. De moeder verbergt haar kroost zorgvuldig voor iederen naderenden vijand, en waarschuwt het bij den geringsten zweem van gevaar, door met een poot op den grond te stampen of door een kort, sjirpend geluid. In hun vroegste jeugd gaan de kalveren onmiddellijk liggen, zoodra zij deze signalen hooren; later nemen zij met hun moeder de vlucht. Gedurende de eerste levensdagen van de kalveren, zoolang deze nog te hulpbehoevend zijn om zich op de genoemde wijze te redden, tracht de reegeit den vijand om den tuin te leiden en hem van het spoor harer jongen af te brengen. Als haar een jong ontroofd wordt, zonder dat zij het verhinderen kan, ijlt zij den roover, ook den mensch, langen tijd na, en geeft aan haar bekommernis lucht door angstig heen en weer te loopen en door geschreeuw. "Meer dan eens," zegt Dietrich aus dem Winckell, "hebben deze bewijzen van moederliefde mij genoopt om het kalf, dat ik reeds medegenomen had, weder in vrijheid te stellen; de moeder beloonde mij hiervoor ruimschoots door de zorg waarmede zij onderzocht, of haar kind al of niet een ongeluk was overkomen. Vroolijk sprong zij om het jong heen, zoodra zij dit onbeschadigd had bevonden, en scheen het met liefkoozingen te overstelpen, terwijl zij het te gelijker tijd de uiers aanbood om het te laten zuigen." Omstreeks 8 dagen na hun geboorte worden de kalveren door de reegeit medegenomen naar de weideplaats, na 10
ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Wees zelf uw zuster, lieve, en word dan mijn. U wijd ik mij, u zweer ik eeuw'ge trouw; Gij hebt nog geen gemaal en ik geen vrouw; Reik mij uw hand! LUCIANA. O zwijg, heer, houd u stil! Ik haal mijn zuster hier, of zij dit wil. ANTIPHOLUS VAN SYRACUSE. Ho, Dromio! ho! waar ijlt gij zoo naar toe? 72
HELENA. Het wildste dier heeft zachter hart dan gij; Vlied, als ge wilt, en zie een ommekeer: Apollo vlucht en Daphne jaagt hem na; De duif vervolgt den valk; de zachte hinde IJlt op den tijger los; o ijdle ren, Als lafheid jaagt en moed de hielen toont! DEMETRIUS. Ik wil niets verder hooren; laat mij gaan, Of loopt gij nog mij na, geloof dan vrij, Dat u in 't bosch nog leed van mij weervaart.
Op het zien van den ouden kapitein is August eensklaps overeind gerezen, en terwijl hij het hoofd terugtrekt naar de binnenzij van het ledikant, ijlt hij weder: "Vermoord! dood! vergift!
Men jaagt den Tapir in Amerika gewoonlijk met behulp van Honden, die het vluchtende dier fel vervolgen, tot het, wat geregeld geschiedt, naar het naast bij gelegen water ijlt. Hier echter loert, in een licht schuitje aan den oever verborgen, de jager, die nu met de Honden het zwemmende en duikende wild vervolgt.
Wanneer Jan Slaets na lange afwezigheid terug in 't dorp komt, loopt hij een arm huisje binnen waar hij even rust, verneemt er naar zijn Rosa en ijlt de blinde tegen, het dorp door in d'avondzon, om haar op de grens, waar de welvende groene laan begint, in d'armen te drukken. De oude Van Milgem ontmoet zijn dochter, die hij verloren waande, op een heuvel onder berkeboomen.
Zoo brult en briescht men om de speerbende; ijlt uit één; Vliegt nogmaals toe; en deinst in wanorde; en stuift heen By hoopen, smal gedund; en proeft op nieuw in 't wijken De schichten, die op nieuw een menigt' doen bezwijken. Vierhonderd laten zy op 't slagveld in hun vlucht; En Kaïns zegekreet klinkt daavrend door de lucht.
Schreeuwend ijlt Andromache de stad door naar Priamus; als de oude man haar aangehoord heeft, zucht hij bang en diep, kijkt voor zich heen, tranen biggelen op zijn kin en kleêren; met moeite stijgt hij te paard en rijdt weg. Midden op de straat treft hij zijn zoon, »zwetend van boosheid", met een rood gezicht en opgezwollen ogen, alsof hij geweend had.
Als hij thuis komt, hoort hij dat zijn vader Olympias verstoten heeft en op 't punt staat met een ander bruiloft te vieren, Alexander ijlt de feestzaal binnen, geeft zijn vader een bittere en scherpe terechtwijzing en dwingt hem zijn echtgenote weer in haar oude waardigheid te herstellen. Zo luidt de geschiedenis van Alexander's jeugd.
Gelijk een schaduw grauw, schiet de forel, En schielijk, uit den zwarten nacht der steenen, En ijlt den bergstroom ver vooruit, verdwenen In ’t rimplend zonlicht, dat daar flikkert schel. En zie! ginds springt zij uit de klare wel, En glanst van zilver, door den dag beschenen, Doch plonst, dat vlokken spatten om haar henen, Terug, in ’t vlietend sneeuw, dat voortschiet snel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek