United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wil ze niet aanspreken, en het is hier leelijk: zoo denk ik er overEn weg gingen zij. Op een prachtigen, helderen herfstdag, men zou haast gezegd hebben, dat het nog midden in den zomer was, huppelden op het droge en schoongeveegde voorplein van het ridderkasteel de duiven, zoowel zwarte als witte en bonte; zij schitterden in den zonneschijn.

En Nele was verschrikt als zij in de polders dwaallichtjes zag, welke, zeide zij, zielen van arme dooden zijn. En al deze plaatsen waren slagvelden geweest. De dwaallichtjes stegen op uit de polders, huppelden langshenen de dijken, keerden vervolgens terug naar de polders, alsof zij de lichamen niet wilden verlaten, uit welke zij kwamen.

Het machtige zonnelicht schoot door de bladerrijke kruinen der linden, en wierp een fijnen regen van goudstof te midden der dichtste schaduwen. Over den breeden weg dansten en huppelden zonnevonken, zoo dikwijls een licht koeltje de bladeren aanroerde.

Zij huppelden telkens een eindje vooruit, hurkten neer, schoten met hun knikkers, huppelden verward pratend en kibbelend weer verder. "Alles goed!" riep eindelijk het Geluw Meuleken, toen de kinderen in de richting van boer Lauwe's schuur verdwenen waren. Rozeke ging haastig naar binnen en duwde de kamerdeur open. "Kan iek gaan?" vroeg hij. "Joa g' meniere, alles es goed!"

De zomer was begonnen; in ieder dal huppelden de rivieren langs hun oevers; maar wij konden noch te water, noch te land vooruit komen, want het ijs was gebroken, ofschoon er geen open water te zien was.

De koetsier klapte met de zweep, de loopers in Europa zou men, geloof ik, zeggen "palfreniers" of liever, er bestaat in Europa niets wat met deze loopers overeenkomt die onvergelykbare loopers dan, met hun korte dikke zweepjes, huppelden weer aan de zyde van het vierspan, kreschen onbeschryfelyke geluiden, en sloegen de paarden ter-aanmoediging onder den buik.

Want de ingenieurs waren nog niet gekomen en hadden de dichterlijke, kronkelende rivier nog niet misvormd tot een rechtlijnig kanaal, leelijk als een spoorweg; en vischrijke beekjes, waarin kreeften en forellen huppelden en dartelden tusschen de gladde glimmende steentjes en over het smaragdgroene mos, vroolijke zingende, dartele beekjes met welluidende, sonore namen, spoedden zich vroolijk en lustig naar de rivier, om haar de schatting te brengen van haar kristallen wateren.

Die huppelden en sprongen tusschen de dansers door, dat het eene klucht was om te zien. Ze buitelden over hun hoofd, gooiden hunne mutsjes in de lucht en maakten allen aan 't lachen met hunne dwaze grappen. Daar dansten er twaalf in een' kring om Appelsteeltje heen. "Hoe leuk!" riep Frits, "daar heb je wezenlijk de Twaalf Maanden!"

Johannes werd bij het vuur gezet, om zijn voeten te drogen. 'Tik! Tik! Tik! Tik! zeide de groote hangklok. Johannes keek naar den stoom, die suizend uit den ketel vloog, en naar de kleine vlammetjes, die vlug en grillig om de turven huppelden. 'Nu ben ik onder menschen, dacht hij. Dat was niet naar. Hij voelde zich kalm en rustig.

Wij huppelden bijna op onze stelten van pleizier, en zelfs Jan werd er vroolijk van. »Wat is mijnheer Denappel toch vriendelijkzei hij opgetogen. »'t Is een man, zooals er maar weinig zijnDat waren wij volkomen met hem eens. Wij zagen hem in de verte al druk rondloopen, om alles in orde te brengen.