Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
De boomgroepen en bloembedden zonden elkander in het licht betooverende geuren toe. De takken, weelderig in het middaglicht, schenen elkander te willen omhelzen. In de abeelen kweelden de bastaardnachtegalen, de musschen tjilpten, de spechten huppelden langs de kastanjeboomen en pikten in de reten der schors.
Het wemelde van Davisen, en de Jonesjes huppelden als een kudde jonge giraffen. De gouden sekretaris vloog als een meteoor door de zaal met een coquette Française, die den grond zweepte met haar rood satijnen sleep.
Twee blonde kinderen huppelden nu naar buiten en bekeken Mathilde even met klare oogen.
Bij tusschenpoozen hielden al de paren stil op eenen vasteren slag der maat, om oogenblikkelijk weder met vernieuwde kracht dooreen te springen en te zwieren ... Men lachte, men juichte, men zong; en zelfs de kinderen huppelden dooreen aan het einde der schuur, even vroolijk en even uitgelaten als hunne ouders ...
Door de dalen huppelden zilveren beken, van de flanken der bergen sprongen brullende watervallen, de kruinen der hooge dennen, die kleine, zwarte nietigheden schenen van uit de diepte der vallei, wuifden lommer, en ver verscholen, opschuimend uit een wildernis van bemoste rotsblokken, waar frissche koelte woonde in de heetste zomerdagen, ontsprong 't snelle riviertje dat door 't hoofddal stroomde: de forellenrijke Reuss.
Het gebrek aan vuurwapens deed zich zeer levendig gevoelen, toen een troep viervoetige dieren door het kreupelhout heen wegvlood en daarbij zulke groote sprongen nam, van dertig voet en meer dat men zou gezegd hebben dat zij als eekhorens van boom op boom huppelden. "Kangaroes!" riep Harbert uit. "Kan men die eten?" vroeg Pencroff.
De kinderen, die in de verte iemand zagen komen, meenden, dat het hun lieve vader was, en huppelden hem blij te gemoet. Toen gooide zij over ieders hoofd een hemdje, en toen dat hun huid had aangeraakt, veranderden zij in zwanen, en zij vlogen weg over het bosch.
De balzaal was alles behalve ruim: het was er zoo heet en zoo benauwd, dat men dreigde te stikken; zelfs den rustigen toeschouwers droop het zweet van het gelaat; maar de groepen van sierlijk uitgedoste dansers sprongen on draaiden en huppelden onvermoeid.
En luide klappend en zingend, arm aan arm, huppelden ze naar huis, frisch lijk salaad, en verlangden naar versche kleeren en heete koffij. Een herder toette op zijn horen en de klokken begonnen te luiden: 't was dag! De bieënkorven liepen schuimend over van den honing.
Dáár had men nauwelijks onze riemslagen gehoord, of lustig werden de spillen gedraaid en de kanonnetjes huppelden als kangoeroes de rotsen af. Spoedig waren zij te water nog vóórdat de Franschen een hak naar de reepen konden doen. Toen vuurden zij er op in de hoop hen stuk te schieten, maar ook dit mislukte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek