Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Na dit voorval herbouwden de poorters van Couvin hunne rotsvesting niet meer. Weldra vervolgt de Eau-Noire haar grillige wandeling door de velden en dalen, haar kristalheldere wateren met zoet geluid voortstuwende over de bemoste steentjes in haar ondiepe bedding; maar eensklaps verandert de idylle in een somber drama.
Door de dalen huppelden zilveren beken, van de flanken der bergen sprongen brullende watervallen, de kruinen der hooge dennen, die kleine, zwarte nietigheden schenen van uit de diepte der vallei, wuifden lommer, en ver verscholen, opschuimend uit een wildernis van bemoste rotsblokken, waar frissche koelte woonde in de heetste zomerdagen, ontsprong 't snelle riviertje dat door 't hoofddal stroomde: de forellenrijke Reuss.
Mistroostig en vertoornd liep Logikos, bij het vallen van den avond, voort, als zonder doel. In een dicht bosch kwam hij, waarin hij eene opene plek vond, waar de lucht weer zichtbaar werd. Eene breede beek vloeide daar doorheen tusschen groen bemoste en als geëmailleerde rotsblokken, tot wat verder de oevers lager werden en de kanten rond afliepen naar den zoom van het water.
Of wen een ster, van velen een, Die stijgt en drijft in steilen nacht, De eenige kloof vond waardoorheen Nog dalen kan der stralen pracht, Voordat zij vliedt voorbij, voorbij: De heemlen, nimmer rusten zij, Sprenkelt zij droppend gouden schijnen Als nooit vereenende regenlijnen: En 't heilig duister is in 't rond; Omlaag is de bemoste grond.
Hier flikkerden de roode stralen der zon met een gebroken en flauwer licht, dat gedeeltelijk de dorre takken en bemoste stammen der boomen, en ginds, meer schitterend, de open plekken bescheen.
Anselmus schrijdt op den tempel toe, met innerlijke vervoering beschouwt hij het bonte marmer, de vreemdaardig bemoste treden. „O neen,” roept hij als in een overvloeiïng van verrukking, „zij kan niet ver meer zijn!” Daar treedt in hooge schoonheid en rankheid Serpentina uit het binnenste van den tempel; zij draagt de gouden vaas, waaruit een heerlijke lelie is ontsproten.
De maan blinkt door den zwarten bouwval henen En laat haar zilver glijden langs de duin, Door de Ourthe omkabbeld en gekroond met puin: Getrotste grootheid in bemoste steenen. Hoe smelt het bruine licht in ’t lichte bruin!.... Hoe ruischt de stroom! Het woud, in nacht verdwenen, Schijnt aan den nachtegaal het oor te leenen, En nijgt eerbiedig looverdos en kruin.
Overal klom de klimop een muur dik, op de bemoste boomen en krinselde zich overvuldig met andere slingerplanten van den eenen struik naar den andere. Hij lag op den grond lijk tapijten.
Misschien ook uit zulk een stemming zich het best in een weemoedig lied of.... is er geen uiting voor te vinden." "Misschien wel, ja." "Voel jij zoo iets wel eens?" "Wat?" "Zoo iets jubelends. Zoo'n overstelpend geluk." "Ja, soms," antwoordde hij, denkende aan zijne beste oogenblikken. Zij zag hem even van ter zijde aan, terwijl zij luchtig over de bemoste paden stapten.
Zij kwam regelrecht uit het dichtste kreupelhout in het hart van 't bosch, waar de varens zoo hoog worden als boomen, waar de reusachtige dennen het zonlicht buiten sluiten, zoodat slechts hier en daar een zonnestraal als een lichtende droppel op het gele mos kan vallen, en waar de kamperfoelie over de bemoste steenen kruipt. Ik had wel in Kevenhüllers plaats willen zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek