Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Ze was nu weer alleen, met de hooge, grijs-brons bemoste dennen, met het spitse, onvriendelijke gras, en de nog onvriendelijker uitziende afgevallen denne-naalden, die boos en hard om haar heen lagen. Kwam de Vrouw maar eens ... dacht ze hardop. Ze was weer alleen met het eentonige dennelied, en verlangde zoo naar die lieve stem-muziek.

Dit geringe overblijfsel van een voormalig schoon kasteel, wordt hem verhaald, de ruïne van het kasteel Beaufort te zijn, en terwijl hij bij het schoone weder gemakkelijk zijn manilla wegdampt, beschouwt hij met een dweepachtige oudheidsliefde, die twee bemoste steenklompen, om ze in zijne verbeelding tot het voormalige slot weer op te bouwen.

De prins wandelde weer langzaam verder, het bemoste pad op, en keek naar den grond, waar zonne-warmte het natte mos begon te grijpen, en den morgendauw opdronk, die zich in fijne druppels aan de fluweelige plantjes had gehecht. Het hief zich op, veerkrachtig en zoo hoog het kon, zoodat zijn voeten traden als over dik tapijt. Opeens hoort hij zingen.

Een mooi plekje is de kerkhofheuvel met de bemoste, afgebrokkelde muren van een oud gebouw, het in den volksmond bekende Reuzenhuis, terwijl daarnaast het kerkje zich zoo rustig in 't gebladerte verschuilt, en van verre de heldere plassen hun zilver in het zonlicht weerspiegelen, te midden van frisch-groene omlijsting der graslanden.

Na dit voorval herbouwden de poorters van Couvin hunne rotsvesting niet meer. Weldra vervolgt de Eau-Noire haar grillige wandeling door de velden en dalen, haar kristalheldere wateren met zoet geluid voortstuwende over de bemoste steentjes in haar ondiepe bedding; maar eensklaps verandert de idylle in een somber drama.

Hier en daar zijn over de beekjes, die zich naar de rivier spoeden, overlaten in ruitvormige bouworde, welker tusschenvakken met bemoste steenen aangevuld zijn, aangebracht.

De prins was, al maar droomerig voortgaande, gekomen in een groot bosch, waar sterke, breed-armige boomen den hemel haast onzichtbaar maakten door hun duister-vangend loofdak. Hoog en laag zongen lustige vogeltjes in takken en struiken; en luchtig zweefden geuren om de knoestige, bemoste stammen. Ze zweefden om het hoofd van den prins, vriendelijk als zoet-teedere woorden.

Dan komen de lange uitstapjes met zijn moeder, eerst overdag, als de roofdieren rustig zijn, dan in de schemering, en eindelijk de lange nachtelijke tochten, waarin hij door zijn leidsvrouw te volgen tallooze dingen leert, die een waschbeer weten moet: dezelfde paden te nemen tot hij de bosschen door en door kent; zijn onderzoekenden neus in elke spleet en barst te steken, want de lekkerste beetjes die er op zijn spijskaart staan schuilen op zulke plaatsen; een slaapje te doen als hij moe is, waarbij hij op zijn voorhoofd rust om zijn vroolijk geteekend snuitje te verbergen en te maken dat hij even weinig in 't oog valt als een rotsblok of een bemoste boomstomp; uit den hoogsten boom te springen zonder zich pijn te doen; en als hij een hol in den grond of tusschen de rotsen in gebruik heeft, op eenigen afstand van den ingang nog een uitweg te hebben en onder geen omstandigheden zijn hol anders dan door de voordeur binnen te gaan.

Den uitersten beschermingswal der vesting vormt een uit ruwe steenblokken saamgevoegde dam, waartegen de zee bij rustig weder haar klaagzang murmelt, of, als de Sond door den storm wordt bewogen, hoog wordt opgezweept. Hoog boven het kleine menschdom aan haar voet verheft zich de burcht, met haar bemoste grondmuren, haar vier hoektorens, haar versterkingen en onderaardsche gewelven.

'Ik houd anders niet van slapen, zei Pluizer, 'daar ben ik te levendig voor, een mensch moet altijd kijken en denken. Maar een poosje zal ik je met rust laten. Tot morgen. Toen zette hij het vriendelijkste gezicht, dat hij zetten kon, Johannes keek strak in de glinsterende oogjes, tot hij niets anders zag. Zijn hoofd werd zwaar, hij leunde tegen de bemoste duinhelling.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek