United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar ontpopte zich elke waschbeer onmiddellijk als een vernielal, en brassend in den ongekenden overvloed rukte en vernietigde hij als een jonge wildeman en proefde van wel twintig melkachtige korenaren, eer hij er één vond die hem geheel aanstond; en dan, te verzadigd om te spelen, of rond te zwerven om alle holle boomen in 't bosch te zoeken, trok hij naar het eerste het beste goede hol, waar hij sliep, tot hij weer honger had en het zachte gehinnik van den ouden leider hem riep voor een nieuwen strooptocht.

Wel doet de Waschbeer nog een- of tweemaal een poging om aan de Honden te ontkomen, en beklimt daartoe nogmaals een boom; eindelijk echter wordt hij de buit van zijne jachtlustige, viervoetige tegenstanders, en blaast onder hunne beten den laatsten adem uit. Een jong gevangen Waschbeer wordt gewoonlijk zeer spoedig en in hooge mate tam.

Haar buitengewoon ontwikkelde buste rustte als een zak nat zand op de tafel en haar handen, die op de bruine klauwen van een waschbeer geleken, hielden spelend een lepel vast, waar zij nu en dan aan likte.

Dat was het begin van een langdurige kennis, die soms overdag, maar vaker 's nachts onderhouden werd; soms alleen, als ik een lid van de familie op visschen of het zoeken van mossels betrapte, of op het uitgraven van wortels, of het plunderen van nestjes; soms met een jongen die er twee van de familie in zijn vallen ving; of wel met de jagers in September in den maneschijn, als een listige, oude waschbeer een vrijbuitersbende om zich heen verzameld had en ze aanvoerde voor een strooptocht naar de korenvelden.

Alles wil hij onderzoeken, overal van snoepen, in de proviandkast zoowel als op het erf en in den tuin. "Tot de meest in 't oog loopende eigenschappen van den Waschbeer," schrijft L. Beckmann, "behooren zijne grenzenlooze nieuwsgierigheid en hebzucht, zijn eigenzinnigheid en de lust om alle hoeken en gaten te doorsnuffelen.

De oude boom, eens de woonplaats van den waschbeer, was omgewaaid. Toen hij den steun van zijn makkers miste en deze niet langer den wind voor hem braken, kon hij niet alleen staan en sloeg om in den eersten storm. De oude indrukken van Mooweesuk's klauwen waren diep onder 't mos verborgen.

Soms gaat er uit dit hol een waschbeer met hem mee en dwalen hun sporen mijlen ver samen; vaker komt hij er alleen weer uit en kunt ge hem volgen: hoe hij andere waschberen bezocht heeft, of in een van zijn andere boomen is gaan slapen, of in een wijden kring weer naar den boom gebogen is, waar hij vandaan kwam en waar hij verder gaat slapen, tot hij er door de lentezon en het minnelied van 't meesje weer uitgelokt wordt voor een volgend seizoen.

Toch geeft hij zelfs hier, als hij maar jong aangetroffen wordt, blijk van een wonderlijke onbevreesdheid en zelfs van een zeldzaam vertrouwen in den mensch. Eens vond ik vroeg in den zomer een jongen waschbeer aan den voet van een heuvelkam, die naar een rotsrichel een paar voet boven zijn kop keek en jammerde, omdat hij er niet op kon komen.

Hij verlengt zich bij wijze van een slurf tot ver voorbij de mondspleet en heeft scherpkantige, gezwollen randen. De ooren zijn kort en afgerond, de heldere oogen middelmatig groot, de vijf onderling bijna geheel vergroeide teenen zijn met lange en spitse, maar weinig gekromde nagels gewapend. Het gebit gelijkt op dat van den Waschbeer, de tanden zijn echter een weinig slanker.

Hij kent elk hol en hollen boom, die een waschbeer beschutting zullen verleenen in tijden van nood gedeeltelijk door ze op te speuren en gedeeltelijk door zijn moeder, die hem meeneemt en ze hem wijst.