Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 november 2025


"Nou vraag ik je reis," zeide de vrouw van den huize, terwijl zij haar best deed om een goed vuur aan den gang te krijgen, "wat of die rijke lui zich al in gevaar begeven, en op zee gaan uit plezier, wanneer zij warm en wel te huis kunnen zitten." Intusschen werd de breede raad gespannen, wat er te doen stond.

Den Zondag placht Frank geheel en al door te brengen ten huize van Sir Archibald.

Men riep den dokter, mijnheer du Bessy en pastoor Doening, den ouden vriend van den huize. Als ze weer bekwam, deed ze seffens Ernest roepen en wilde alleen zijn met hem. Toen lachte ze vriendelijk haar zoon tegen en zei dat alles wel goed was en zich zou schikken geleidelijk; hij moest het meisje bij haar brengen, en zij zou haar liefhebben. Ze vroeg dikwijls: Heeft zij u lief, mijn jongen?

... nu, dan zal ik, op God vertrouwend, in m'n eentje... maar griezelig is 't voor 'n vrouw alleen! Ze zag allen beurtelings aan, behalve juist den eenen tot wien ze sprak. Wouter moest zich vergeten voelen, over 't hoofd gezien, en daardoor geprikkeld tot den eisch om beschreven te worden onder de ridderschap van den huize. ... als dan hier niemand is, die durft... Ik durf, juffrouw!

Daar men de persoon van Heynsz niet altijd aan de oogen der huisgenooten onttrekken kon, had men eerst aan mijn zuster en mij, en voorts aan al de overige kinderen, van onze vroegste jeugd af ingescherpt, dat wij nooit aan iemand iets moesten laten blijken van 's mans verschijning ten onzen huize.

Ten huize van mijnen vriend Jan De Laat moest een voornaam overste geherbergd zijn; want ik zag, hoe alle oogenblikken lieden met brieven daar uit- en ingingen, en eindelijk, toen de tijding zich verspreidde, dat de Antwerpenaars, twee der stadspoorten hadden vermeesterd, werd insgelijks, zoo het mij toescheen, uit de woning van De Laat het teeken gegeven tot het roffelen van het appel.

Zonen van goeden huize, vermogende jongeluî, die klaagt over gebrek aan zaken te onzent, leert den vreemde kennen, vergelijkt, spoort op, wat belet u? Lokken oude en nieuwe wereld niet om strijd uwe blikken aan? het uitstapje, de togt zal u goed doen. Er ligt nog zoo menig veld braak, er schuilt nog zoo menige mijn onder den grond, er vloeit nog zoo menige bron vergeefs.

Toen ik tot mij zelven kwam, vond ik drie uitgeslagen tanden in mijn mond, den zieken en twee gezonde, welke laatsten alle kenteekenen droegen, dat zij mij waarschijnlijk ook nog veel pijn zouden hebben veroorzaakt. »Groet Rhodopis en den schoonen Phanes van mij; u echter noodig ik uit, heden over een jaar deel te nemen aan een gastmaal te mijnen huize, te Sybaris.

Te midden van deze ongeregeldheden was mijn vriend Hendrik van Mulifanua aangekomen; bij mijn terugkomst uit de stad, trof ik hem ten huize van den directeur aan. Aan tafel vertelde ik mijn chef, wat ik van den consul en later van den eigenaar van het Hotel International, die altijd goed op de hoogte was, over de bijeenkomst aan boord der "Philadelphia" en den uitslag daarvan, vernomen had.

"Hoor Mijnheer Huyck! doe wat gij wilt op een andere plaats: dat kan ik niet verhinderen; maar te mijnen huize zal, zoo ik helpen kan, uws vaders zoon niet betrokken worden in eenige querelles. Voelt UEd.? Wat behoeft dat tumult?" "Het was niet uit vrees voor dien Heer Blaek, maar om den wille van de Juffer, dat ik gerucht vermijden wilde."

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek