United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Meen je om in te schenken, vrouwtje?" zegt Helmond: "Ja, de majoor mag wel eens drinken." "Ah! merci!" zegt Kartenglimp, en proeft den heerlijken Cantemerle, en herneemt terwijl hij ter halverwege opstaande met het glas salueert: "Ik drink even het welzijn van dezen huize: Mevrouw Helmond! dokter! mevrouw Van Armeloo...." "Papa, de majoor wou.... Papa dan!" roept Eva.

Al de gerechten en dranken, en ook de bloemversieringen in de zaal, waren door de Bloemfonteinsche vrouwen persoonlijk gemaakt en aangebracht, en door Bloemfonteinsche jonge meisjes werden wij bediend. Zaterdagmiddag had om drie uur de eerste van onze vergaderingen plaats, ten huize van de presidente van de vrouwenkiesrechtvereeniging.

"Mijnheer Van Sonheuvel!" riep deze: "ik ben zoo vrij geweest, mij bij Mevrouw de Gravin te laten aanmelden, om haar zoowel als UEd. te vragen, of UEd. ook kennis dragen aan eenige voorwerpen, gevonden bij zekeren jongeling, onder den naam van Joan door UEd., Heer Baron, op den huize Sonheuvel grootgebracht." Dit zeggende leide hij een pak op de tafel en opende het.

Daarom ging hij ook niet zelf naar de Lövdahls, zooals hij eerst had willen doen; maar hij schreef een ernstigen brief aan den professor, legde de zaak uit en sprak zijn overtuiging uit als pedagoog en oud vriend van den huize: dat men enkel door de grootste gestrengheid en door dit zoo ernstig mogelijk op te nemen nog de booze kiemen van kwaad kon onderdrukken, die helaas in het karakter van hun lieven Abraham aan den dag waren gekomen.

Ik was eene week aan boord, deed gedurende den dag dienst en was 's avonds aan den wal, ten huize van den heer Sommerville te Blackheath. Mijn commandant had ik nog niet gezien, en de eerste officier was op een morgen naar den wal gegaan om eens af te stappen.

Hier heeft ieder zijn eigen kamer en die moet hij zelf in orde en schoon houden. Dat is een heel ding voor hen, vooral voor jongens van deftigen huize, die altijd van kind af bediend en gehoorzaamd zijn, en werk met handen gedaan verachten. Maar de regel is onverbiddelijk.

Ik ijlde tot u, maar vond u niet meer; gij weet welk woord ik u gegeven heb, ik houd het. Ik sterf. Ik bemin u. Wanneer gij dit leest, zal mijn ziel bij u zijn en tot u lachen." Niets hebbende om den brief te verzegelen, vouwde hij hem slechts in vieren en schreef er dit adres op: "Aan mejuffrouw Cosette Fauchelevent, ten huize van den heer Fauchelevent, rue de l'Homme-Armé No. 7."

Op zijn aandringen en bij de luide verzekering dat hij de ambtenaar van den burgerlijken stand was, die ontboden en op ditzelfde uur te dezen huize verwacht werd, liet ze hem in de spreekkamer en ging den knecht waarschuwen.

Dat er noch door haar, noch door wien ook van de andere familieleden ooit 'n penning besteed werd om 'n boek te koopen, spreekt vanzelf. Van 'n bibliotheek was geen spoor in den huize Kopperlith! De "heeren" meenden dat zoo-iets behoorde by geleerdheid, 'n eigenschap waarvoor zy allerfatsoenlykst den neus optrokken.

In het volgende uittreksel uit de Herinneringen van Fet wordt van eene dergelijke tijdpasseering gewag gemaakt: "I. P. Borisoff, een niet alledaagsch man, die Tolstoi reeds in den Kaukasus gezien had, kwam reeds bij de eerste ontmoeting met hem, te mijnen huize, onder den onwederstaanbaren invloed van zijn genie.