Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Deconinck liet de ambachtsman naar zijn vrouw terugkeren, en ging zelf ten huize uit. Bij de oude Hal kwam hij aan een prachtige woning: hij klopte en de deur werd geopend. "Wat wilt gij, Vlaming?" vroeg de dienstknecht. "Ik begeer Mijnheer De Mortenay te spreken." "Ja maar, hebt gij geen wapens? Want gij lieden zijt niet te betrouwen." "Wat geeft u dit!" sprak de Deken.

De gewone en betere wijze is echter een bezoek ten huize, immers "de beste koeien worden op stal verkocht". Hierbij is het verstandig, zich eerst van de genegenheid der moeder te vergewissen; want "wie eerst de dochter en dan de moeder vangt, vat het varken bij de ooren". Ook wordt het terrein wel eens verkend door een huwelijksmakelaar, soms heiligmaker, in West-Vlaanderen handknecht genoemd.

Maar hij werd teleurgesteld. Er kwam dien nacht geen teeken. Eindelijk daagde de morgen en tusschen tien en elf uren vereenigde zich ten huize van den heer Thatcher een hoop dartele, stoeiende jongens en meisjes en was alles tot vertrekken gereed. Het was toenmaals de gewoonte niet van bejaarde lieden, om buitenpartijen door hunne tegenwoordigheid te bederven.

Naast hem zien wij Floris Roodenburg, den schutterhoofdman, uit adellijken huize, wel ijverig voor de zaak der gewetensvrijheid, maar toch tot de zoodanigen behoorende, die zich niet gaarne onvoorzichtig wagen.

Hoe trotsch mevrouw March was, toen ze het vernam, laat zich denken, en Jo stond met tranen in de oogen te lachen, en verklaarde, dat ze nog een pauw zou worden en dat het nu genoeg was, terwijl van "de Vliegende Adelaar" gezegd kon worden, dat hij zijn vleugelen triomfantelijk over den huize March uitspreidde, daar het aldus genoemde nieuwsblad haastig van hand tot hand ging.

Niet weinig waren wij verrast, onder deze dames ook een heer aan te treffen, de heer en mevrouw De Villiers, die mij in zuiver Hollandsch toespraken, en die ons direct dien morgen voor de lunch te hunnen huize noodigden.

De jonge man van goeden huize heeft, van de eerste jongelingsjaren af al, een niet-officieele vrouw. Als kind is zij zijn dienend speelnootje geweest; zijn slavinnetje zou zij kort geleden nog geheeten hebben. Op zijn dertiende of veertiende jaar is zij door zijn moeder hem als vrouw gegeven.

Wij waren ten huize van een voornaam bankier, een der gros bonnets van de provincie, wiens vrouw meer dan eenige andere dame uit den kring zich met zekere moederlijke goedhartigheid mijner had aangetrokken.

Eer hij echter den hof bereikt had, zag hij uit een zijlaan een jonge vrouw naderen, blijkens hare kleeding eene dienares van goeden huize, die op hem toetredend, een oogenblik hem oplettend aanzag en toen vroeg: Zijt gij, Heer! niet de edele Siddha, die hier onlangs uit Kaçmir moet zijn aangekomen? Die ben ik, antwoordde de ander, gij schijnt mij te kennen.

"Dat verblijdt mij," zeide Tante Letje: "want het zal tot een vertroosting strekken voor zijn arme dochter, die hedenmorgen, toen ik haar verliet, bittere tranen schreide, uit ongerustheid over het lot haars vaders." "Hoe? Is het dan werkelijk zijn dochter, die ten uwen huize is? Gij zult mij dat alles nader vertellen, Zuster!" zeide Tante Van Bempden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek