Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


"Vader heeft mij dikwijls gezegd, dat de ergste tijd juist was die laatste uren vóór een match, en dat menige partij verloren werd, nadat iemand den moed verloor in dien tijd, dat hij niets te doen had als denken en zich angstig maken. Nu, voor mij hoeft u daarover nooit ongerust te zijn. U moest blij zijn, dat ik naar een lezing kan gaan."

JOHAN. Nou, ze zijn in elk geval niet zoo slecht als ze hier denken. Daar hoeft u niet bang voor te zijn. DINA. U begrijpt mij niet. Ik zou juist willen dat ze niet zoo fatsoenlijk en braaf waren. JOHAN. Niet? En hoe moeten ze dan zijn? DINA. Ik zou willen dat ze natuurlijk waren. JOHAN. Jawel, jawel, dat zijn ze misschien juist wel. DINA. Dan zou het goed voor mij zijn om er heen te gaan.

Den achtentwintigsten Augustus zijn Kestner en Goethe jarig. Den avond te voren moeten de twee mannen tot middernacht boontjes snijden. Als de klok twaalf slaat, wordt de nieuwe jaarkring met prettige gezichten en een kopje thee ingewijd. Wolfgang krijgt een klein-formaat Homeros van zijn vriend ten geschenke; dan hoeft hij dat groote, zware boek niet meer op zijn wandelingen mee te torsen.

Ook had de schilder middel gevonden, den toeschouwer te doordringen van haar aanhoudend omgaan met "J. C." slechts afgewisseld door 't biddend en dankend gebruiken van ongekookte boomwortelen. Och, men hoeft zoo weinig fransch te verstaan om zulke dingen innig te begrypen! Nog één koeplet, en heel Sloterdyk was aan 't bidden en uitgraven van boomwortels gegaan.

»En ik zweer je, André!" herneemt Betsy ernstig »dat ik als je vrouw geen dag zal doorbrengen, zonder voor het geluk van mijn lieven man te zorgen!" André ziet zijne bruid met dankbare verrukking aan. »Je hoeft het mij niet te zeggen!" antwoordde hij bewogen. »Misschien komen er in volgende jaren moeielijke oogenblikken voor ons.

"'t Zijn toch aardige kinderen." "Als ze niet studeerden. Als ze niet hun grootste charme: hun onwetendheid, zoo gauw mogelijk trachtten kwijt te raken. Ik wil geen vrouw, die net zooveel weet als ik, of 't zich tenminste verbeeldt. En ze worden leelijk." "Dat hoeft niet," riep Eduard; en Go vond vreemd, dat hij ook op zoo'n manier over meisjes praten kon.

"Dit moet je eerst opdrinken," zei hij, zacht-beslist, "en dan naar bed gaan." "Weten de anderen 't al?" vroeg ze, zonder belangstelling. "Nee, daar gaan we nu heen. Zul-je nu naar bed gaan? Er is niets meer, waarop je hoeft te wachten." "Nee, dat is waar," zei ze slap, de deur openend. Op 't portaal stond de juffrouw, de oogen wijd van verbazing; maar 't drong niet tot Go door.

"Je moet niet denken dat er geen anderen zijn als jij, en je hoeft me niet te behandelen als een bedelaar: want ik verteer tienmaal meer in één week, dan je vader in een heel jaar." Zij ging steeds voort, en hij volgde haar steeds. Onrust woelde in haar binnenste en de verontwaardiging deed haar wangen gloeien. "Scheer je weg," riep ze luide, want ze dacht wel dat menschen volgden op de straat.

Toen onlangs op de Prinsengracht myn hoed te-water woei Frits zegt: waaide heb ik den man die hem my terugbracht, een dubbeltje gegeven; en hy was tevreden. Ik weet wel dat ik iets meer had moeten geven als hy myzelf er uit gehaald had, maar zeker myn halve vermogen niet. 't Is immers duidelyk dat men op die wys maar tweemaal in 't water hoeft te vallen om doodarm te wezen.

"Kom, wees nou niet zoo flauw," kwam Frieda tusschenbeide, die zag, dat Hoefman 't geplaag wat vervelend ging vinden. "Hij zal even goed smaken; wie 'm akelig vindt, hoeft 'm niet te eten. Geef maar 'n mes; dan zal ik 'm snijden." "Ja, wie heeft voor de messen gezorgd?" "En voor de vorken?" "En voor de vingerkommetjes? Heb jij die misschien in je city-bag, Eddy?"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek