United States or Kenya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar nu ontstond er eene zwarigheid, waaraan niemand gedacht had; wat moest er van mijn oom Herse worden? Toen de molenaar en de bakker en al de anderen de gerechtszaal uit, en van hem weggegaan waren, stond daar mijn oom Herse nog, als een statige, eenzame eikeboom in eene houtvelling, dien de houtvester alleen om zijne statigheid verschoond had.

"Dat is daarvoor, omdat jij hertog van Mekklenburg hebt willen worden!" "Ik smeek u, om Gods wil, mijnheer Herse," zegt Voss, "praat toch niet zoo, dat het u en ons den hals zou kosten; denk maar eens als die kerels daar wat van verstaan konden."

Nu was echter mijn oom, de raadsheer Herse, een ontzaglijke patriot, ofschoon in 't geheim. En dat was niet zonder reden. Want, gelijk hij mij jaren daarna, toen Bonaparte al dood was, eens toefluisterde, hij behoorde in dien tijd tot het deugdverbond.

't Was om medelijden te hebben met den ouden man; hij ontweek iedereen, en was geheel alleen aan 't werk, in den molen en in den stal, als wilde hij op dezen dag alles inhalen, wat hij sedert vele jaren verzuimd had. Endelijk werd hij verlost; mijn oom Herse kwam aan, doch heden in burgerkleeding. "Goeden dag, Voss!" riep hij hem toe. "Nu, onze zaak is in orde!"

"Dat is eene wonderlijke zaak, zegt de oude heer. "Wat doet de raadsheer Herse in mijne keuken? 'k Mag anders den man wel lijden, Netje; hij is een pleizierig man, maar hij steekt zijn' neus in iedere beuzeling, en iets verstandigs is daardoor van zijn leven niet voor den dag gekomen. Zeg eens, Netje, wie van de meiden houdt ge wel voor de verstandigste?" "Weber, wat praat je toch?

Hij had, zeide hij, het geheele gezelschap maar op eene bruiloft zonder muziek, zoo maar, dood eenvoudig, zonder komplimenten, uitgenoodigd; zijn Fieken had het zoo gewild, en de heeren en dames moesten 't niet kwalijk nemen, maar, al hadden zij ook geen muziek... hier was 't gedaan met zijne aanspraak, want buiten barstte het eensklaps los: "Gisteren was neef Michel hier; neef Michel, die was gisteren hier," en toen de deur opengerukt werd, stond daar mijn oom Herse met zijne gansche kapel; hij had den dikken stok van den molenaar in de hand en sloeg de maat op een meelzak, zoodat de fluiters en trompetters hunne tonen als door eene mooie, witte zomerwolk heenbliezen.

Toen zond hij edelen uit, ver over de zee, naar den burcht, dien Herse zich bouwde, en hij beval hun, dat zij Erna, het slanke, mooie adelsmeisje, halen zouden. En Erna kwam, in linnen bruidsgewaad gekleed. Heerlijk leefden zij samen, en teelden een grootsch geslacht van koninklijke kinderen. Zoo ontstond de stand der edelen.

"Bijstand?" vroeg de oude heer, en eene kluchtige uitdrukking kwam op zijn gelaat. "'t Is goed mijnheer Herse, ga zitten, als ik u verzoeken mag, en hoor toe." Mijn oom Herse ging dus zitten, en dat was een geluk voor hem, want hij kon, onder 't zitten, beter nadenken en ook beter tot zich zelven komen. En zoo dacht hij dan na, en kwam tot zich zelven.

Nu had mijn oom Herse wel een harden baard, maar hij had een zacht gemoed; en ging zijn mond wijd open, zoo ging zijn hart ook wijd open; en toen hij nog eens weder met zijne vriendelijke oogen den grauwen hemel aanzag, trof hij juist een blauw plekje, en een stukske van den blauwen hemel viel door zijne oogen in zijn geopend hart; hij moest een goed werk tot stand brengen.

Mijn oom Herse was steeds in de paardenkoppels aan 't exerceeren in 't volle vuur, met de één-en-twintig jachtgeweren, altijd allen te gelijk. Zijn hoofdkommando was: "roef! roef!" dan moesten zij allen op ééns afvuren: eerst met los kruit, naderhand met scherpe patronen; toen echter bij den eersten keer de witbonte koe van dokter Lukow werd doodgeschoten, moest het ophouden.