Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Onze vrienden gevoelden heimelijk berouw, dat zij den raad van den hupschen Herr Blumengarten hadden opgevolgd, om maar terstond gezamenlijk Mijnheer Furchtbach te gaan bezoeken, dien zij zeker als een regtschapen mensch zouden leeren kennen. Zij maakten dan ook heimelijk de opmerking, dat er nog iets anders dan regtschapenheid vereischt wordt, om iemand aangenaam te ontvangen.
Neen, maar de Heere wil aan een iegelijk Zijner kinderen vergelden naar zijn werk. Welnu, de Heere weet, wat Hij in mijne ziel heeft gewerkt. Hij kent mijn begeeren, mijn streven. Zeide von Zinzendorff eenmaal: »Herr Jesu, Du bist meine Passion!", ik zeg het hem zoo van harte na: »Heere Jezus, Gij zijt mijn Vurig Begeeren!"
Toen nu de bergmenschen wilden weten, wat er van het uitgereikte zaad zoude opkomen, verstond onze Schulze het kan ook Herr Meijer geweest zijn hem niet, en zich boos makende over hunne domheid, schold hij hen uit voor koebeest. En de Tenggerees, meenende dat dit de naam was van de plant, noemde sedert de kool koebis, zooals heden nog.
Haar handen wrongen zich in elkaar toen zij hem zag, haar mondhoeken trokken gepijnigd naar omlaag en tranen sprongen uit haar oogen, terwijl zij zuchtend snikte: Aber bitte, kommen Sie herauf, Herr Bollekens. Meneer Bollekens voelde zich diep aangedaan. Het streed in hem, geweldig, tusschen vaderlandschen haat en menschelijk medelijden.
"Juist!" Plotseling staat de oude trompetter op, slaat zijn stramme beenen met de hielen tegen elkaar en zegt, de hand met militair saluut aan de muts brengend: "Alle achtung! Oend vor dem kleinen, dicken prachtkerl da, ein donnerendes hoch! dreimal hoch!" "Boeckeloroem! Boeckeloroem! Ach! entschuldige, ich meine Herr Doroes, jij hèvt een paradies gevonden.
Daar gekomen, raakte Herr Schmidt in vervoering: "Da ist meine schöne Oesterreichische Wirtschaft," als gevolg van die mededeeling, dachten we dat meteen "die gute, alte Frau", te voorschijn zou komen; maar inplaats daarvan werden we ontvangen door een stuursche meid.
Een oud moedertje met een ontzettend grooten bos dood rijshout op het hoofd, kruist onzen weg, ziet ons, haar tandeloozen mond tot een vriendelijken grijns vertrekkend, aan, strekt de magere hand uit en vraagt: "Lieber Herr! schenken Sie mir etwas, bitte?" "Groote Hemel, bij 28° hitte met een vracht hout op 't hoofd, 't is om medelijden te hebben. Daar moedertje." "Segne's Gott lieber Herr!"
De Zimmerkellner is er reeds en zegt, terwijl hij in No. 16 en ik in 't badhuis ga: "Hundewetter heute!" Weet je niets anders, kerel? De warmte der baden komt mij bij het binnentreden tegemoet; zij doet me goed, anders puf ik er van. De "bademeister" doet mijn badkamertje open. "Morgen Herr!" "Morgen Bademeister!" "Scheussliches Wetter heute." Flap! ik gooi de deur van 't kamertje achter mij toe.
Holmes slaakte een kreet van voldoening, toen hij dit naderde. Een indruk als van een bundel telegraafdraden was in het midden. Dat was het spoor van den Palmerband. "Dat is ongeveer het spoor van Herr Heidegger," riep Holmes opgewonden. "Mijn redeneering schijnt dus wel goed geweest te zijn, Watson." "Ik feliciteer je." "Maar er ligt nog heel wat voor ons te doen.
"En ich denke, dat der Herr Raadpensionair früher wohl einmal ter zee gefaren heeft," meende de Vorst Van Holstein. "Gij vergeet, dass Dordrecht, Zijner Edelheids geboorteplaats, ein hafen ist." "Uwe Hoogheid vergist zich," zeide De Witt glimlachend. "De stad Dordrecht drijft wel veel handel, maar is volstrekt geen zeestad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek