United States or Kyrgyzstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een verlaten steenen gebouw aan gene zijde van de sneeuwzee verleende hun gedurende den nacht beschutting; hier vonden zij houtskolen en rijshout; al spoedig was er een vuur aangelegd en het nachtleger gereedgemaakt, zoo goed als het ging; de mannen schaarden zich om het vuur, rookten hun pijpen en dronken den warmen, geurigen drank, dien zij zelf toebereid hadden; ook Rudy kreeg zijn aandeel van den drank, en er werd van het geheimzinnige karakter van het Alpenland, van de zonderlinge, reusachtige slangen in de diepe meren, van het heirleger van nachtspoken verteld, dat den slapende door de lucht naar de wonderbare, drijvende stad Venetië overbracht, van den wilden herder, die zijn zwarte schapen over de weide dreef; al had men deze ook niet gezien, in allen gevalle had men toch het geklingel van hun belletjes gehoord, het schorre geblaat der kudde vernomen.

Dat was de feest-avond, de viering over heel het land. Jan en gebaarde er geen woord van en Wieze speelde met heur kinders en ze keek gedoken hoe de groote sul met een bundel rijshout in de armen naar den knok ging en daar ook het vuur aanstak.

Op dat oogenblik zag de beeldhouwer rondom zich; doch hij bespeurde niets dan vijandige Spaansche gezichten, en hij dacht aan Vlaanderen, het land van de dapperen; en, zijne lange keten achter zich sleepend, stapte hij naar den vuurgloed van stroo en van rijshout.

Nu vertegenwoordigt deze huisvorm echter niet alleen het alleroudste Germaansche type, maar is in wezen met het oudste Indogermaansche type identiek. Dit toch had den vorm van een vierkante hut, uit balken en leem, rijshout en ruwe steenen, met of zonder mortel verbonden opgetrokken. Wij onderscheiden twee lange en twee smalle zijden met hoog en schuin dak.

Ze worden door Tacitus geschilderd als een wild volk, dat uitsluitend van de jacht leeft, en slechts hutten kent van rijshout. Fennius Rufus, zie Faenius Rufus. De rentevoet was oudtijds zeer hoog, wat in verband stond met het gevaar, uitgeleende geldsommen te verliezen.

In den herfst en den winter vestigt hij, vooral in vlakke gewesten, gaarne zijn verblijf in hoopen opeengestapeld rijshout of steenen; in sommige gevallen moet een oude knotwilg of zelfs een ondiepe kuil te midden van de dichte struiken als woning en als kraamkamer dienst doen.

Toen Philippus, zijne hooge dienaren, prinsen, graven, schildknapen en hofdames dáár waren, werd de beeldhouwer met een lange keten aan een paal geklonken, te midden van een vuur, gemaakt van rijshout en stroo, dat hem langzaam moest braden, terwijl hij zich zoo verre mogelijk van het laaie vuur wilde houden.

Toen was het werkelijk een steeg, thans kan ze met de flinkste straten wedijveren. Laten wij nu linksaf slaan en den Rijstuin doorgaan. Veel huizen treffen wij hier nog niet aan. De rijswerkers oefenen er hun bedrijf uit en hebben binnen een afgesloten ruimte hun opslagplaats van rijshout. Willen de gildebroeders hun waar aan den man brengen, dan behoeven zij niet ver te loopen.

Een oud moedertje met een ontzettend grooten bos dood rijshout op het hoofd, kruist onzen weg, ziet ons, haar tandeloozen mond tot een vriendelijken grijns vertrekkend, aan, strekt de magere hand uit en vraagt: "Lieber Herr! schenken Sie mir etwas, bitte?" "Groote Hemel, bij 28° hitte met een vracht hout op 't hoofd, 't is om medelijden te hebben. Daar moedertje." "Segne's Gott lieber Herr!"

En Inge begaf zich op weg naar haar ouders, maar alleen om zich eens in haar geboorteplaats te vertoonen; daar moesten de menschen zien, hoe mooi zij geworden was; maar toen zij aan den ingang van het dorp kwam en de jonge knechts en meiden daar met elkaar zag staan en haar moeder ook daarbij, die op een steen zat uit te rusten, met een bosje rijshout, dat zij in het bosch gesprokkeld had, voor zich, toen keerde Inge om; zij schaamde er zich over, dat zij, die netjes gekleed was, zulk een vrouw in lompen, die hout in het bosch sprokkelde, tot moeder had.