Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"Het kan me spijten, Antonio," zei hij, "dat ik die vlieg niet geattrapeerd heb. Bedenk eens wat een mooi exemplaar voor den compagnon van monsieur Crépieux.... op een speld.... puf.... en dan".... "O.... schei toch uit, kolonel." "Ah!" en monsieur Badaud boog naar de wering. "Pas op uw rug, monsieur le peintre." Johan keek.

Zeker ben je weer aan 't verzenmaken geweest onderweg. Toe! laat hooren; wat heb je bij je?" "Is Mijnheer een dichter?" vroeg Contour, een blij gezicht zettende. "Een dichter!" herhaalde Lodewijk: "puf nou poëetjes! 't is de baas van 't gansche land! Is dat een vraag, of Lucas Helding een dichter is?"

De Zimmerkellner is er reeds en zegt, terwijl hij in No. 16 en ik in 't badhuis ga: "Hundewetter heute!" Weet je niets anders, kerel? De warmte der baden komt mij bij het binnentreden tegemoet; zij doet me goed, anders puf ik er van. De "bademeister" doet mijn badkamertje open. "Morgen Herr!" "Morgen Bademeister!" "Scheussliches Wetter heute." Flap! ik gooi de deur van 't kamertje achter mij toe.

Kwart over twaalf was-ie in de achterkamer, stak de lamp an, kleedde zich uit. Nou lag-ie. Alléén. Maar je most d'r niet over denken. 't Gaf nou toch niks meer. Raar was 't bed met één kussen as je d'r niet an gewend was. Zoo. Nou de lamp uit. De lamp uit? Zou-ie de lamp uitblazen? Natuurlijk. Dat dee-ie altijd. Hij kon niet slapen mèt licht. Puf! Puf! Donker. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht... negen... tien... ellef... twaallef... Nou zou-ie tot honderd doortellen. Dat hielp... Maar dan most je an niks anders denken... Dertien... veertien... vijftien... zestien... Jazzus wees nou niet bang... Wat 'n flauwe kul!... Zeventien... achttien... negentien... Daar sloeg 't hallef een... Waar was-ie gebleven?... Veertien, vijftien, zestien... zeventien... achttien... negentien... twintig... Twéémaal gefloten, vlak voor de deur. Da-was de politie... Daar had je 't toeteren ook... Nog een in de verte... Nog een... Wat je 's nachts alles precies kon hooren... Nou was alles veilig... Ga nou slapen!... Waar was-ie gebleven?... Dertig... Een-en-dertig... Twee-en-dertig... Drie-en-dertig... An de cijfers denken, anders lukt 't niet.. Vier èn dertig. Vijf èn dertig... 't Ging niet! 't Ging niet! Omdraaien. Zoo zag-ie den winkel. Net of d'r licht was. Daar ha-je de boerinnen op de tweede plank, daar ha-je de dure, die scheef in de doozen leien. As zoo'n pop nou spreken kon. Kijken deeën ze. Kijken deeën ze as menschen. Je zag zoo 't wit van d'r oogen. Wat ze toch niet na konden maken! As je ze achterover hield, deeën ze d'r oogen toe. Kijken deeën ze as menschen. Een, twee, drie, vier, vijf, zes... langzaam ademhalen, dan kwam de slaap... zeven, acht, negen, tien... ellef... twaallef... dertien... D

"Dat geloof ik graag," blufte de kolonel er tusschen. "Dat lijkt me niet pleizierig, eerst een douche van collodion.... puf.... en dan op een speld opgeprikt zich zelven te moeten zien sterven." "Hi, hi," lachte Antonio met een luchthappenden mond.... "Weet wel, monsieur Badaud, dat schorpioenen door mij niet worden opgeprikt, maar bewaard op sterk water."

Door hare onderzoekingen maakt ze ook kennis met Hanna, een naaistertje, die voor het moederlooze kindje van haar buurman Puf zorgt. Een hoveling weet Puf wijs te maken dat Hanna 's nachts heeren van 't hof ontvangt en hij vertelt 't verder: 't praatje over Hanna en graaf van Weert, moet dat over van Weert en de koningin in de wereld helpen.

"Ik heb er volstrekt geen puf op. Door wedden wil ik niet rijk worden; op zulk geld rust geen zegen. Ik heb mijn principiëele grondbeginselenen overtuigingen, waarin ik mij door geen mensch van mijn stuk laat brengen." "Dat is jammer. Ik had dezen keer eens met alle geweld willen verliezen, als een soort van welverdiende belooning voor uw heldendaad."

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek