Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Zullen de Dames ook nog ergens van gedient zyn? anders zou ik verzoeken om te danken en laten afnemen: 't is my wat heel warm in de kamer. Wy allen bogen, dankten, en gingen de een hier, de andere daar. Hartog peinsde. Juffrouw Buigzaam ging in haar Tuin, zag hare bloemen met blyde vergenoeging. Ik stond voor 't raam, diep aangedaan over den ontfangen Brief.

Was het echter vroeger, ik zou u door uw t'huis blyven verpligt zyn. Zo waar, daar is hy reeds om u. Uit was ons gesprek. Maar ik betuig u, dat ik, met al myn musikale drift, naauwlyks in staat was, om my op 't Concert niet te vervelen. t'Huis komende was ik niet vrolyk. Zy sprak echter nergens over, want Hartog en Lotje waren in de eetkamer.

ACHT EN ZESTIGSTE BRIEF. Cornelia Hartog, de blauwkous, schrijft aan Wilhelmina van Kwastama, dat zij vermoedt: Edeling komt om háár! Dat het om Saartje zijn zou, komt niet in haar op. Ze noemt haar wel: Saar heeft Hollandsch gezongen; Cornelia leest nooit Hollandsch. Foei!

Het speet den luitenant genoeg dat hij zoo laat gekomen was; ja bijna te laat, want er zijn geen vijf minuten noodig om twee psalmverzen te zingen. Maar het onkruid der Afgescheidenen wies zoo snel, dat er bijna te veel werk aan den winkel kwam voor één overste. Eerst was de luitenant gewaarschuwd door den soldaat, die bij Hartog ingekwartierd was.

Hoe zal men my ontvangen? Wat zal de brave Edeling van my denken? 't Is mooglyk, dat hy reeds by ons geweest is. Zal de deugdzaamste der Vrouwen hem omtrent my misleiden? Wat zal zy kunnen zeggen? En ik had haar zo plegtig belooft, voortaan my geheel door haar te laten leiden. Hoe zal Hartog zich verheugen, indien dit geval ruchtbaar wordt. Kan het verborgen blijven? Heeft my niemand gezien?

VIER EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Hartog aan Wilhelmina van Kwastama: zij is tot de ontdekking gekomen dat Edeling niet om háár maar om Sara komt. O, ze haat Sara! ze verfoeit Edeling. VIJF EN NEGENTIGSTE BRIEF. Cornelia Slimpslamp aan Zuzanna Hofland: die Stijntje deugt niet; dat mensch is zelfs goed voor roomschen! Foei!

Juist zou hij daarheen gaan, toen een der soldaten, die bij de weduwe Poort op wacht gesteld waren, rapport van wetsovertreding brengen kwam. Hij liet dus den sergeant ontbieden en zond dien naar het laatstgenoemde adres, terwijl hij zelf wel even bij Hartog "den boel opscheppen zou."

"Stilte!" riep plotseling met donderende stem de burgemeester, die weer met den luitenant en den veldwachter binnengekomen was. De gemeente hield op met zingen. "Verlinden!" ging de burgemeester voort: "ik gebied je in naam des konings, de vergadering te laten uiteengaan!" "Burgemeester; ik heb hier niets te zeggen; we zijn in het huis van Hartog."

Nu, ik zal haar ook altoos voorstaan, en te regt helpen. Van middag viel er niets voor, dan dat Hartog vroeg, of de Heer Edeling hier niet meer aan huis kwam; waar op Juffrouw Buigzaam antwoordde: dat hy, om zaken van grote aangelegenheid, uit de stad was; er byvoegende, dat zy hem waarlyk altoos met genoegen zag. Juffrouw Hartog.

Twintig bleef twintig, zoodat de luitenant tot zijn leedwezen onverrichter zake weer vertrekken moest; toen hij in een der zijmuren een kleine opening ontdekte. Het belendend perceel was met dat van Hartog onder één dak gebouwd. Het behoorde aan een zekeren Malestijn, een Godvreezend man, die Hervormd gebleven was. De kamer naast het huis van Hartog werd bewoond door onzen bekenden Jan Verlinden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek