Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Zie, dat zyn evenwel geen mooije dingen; en wat zal uwe Zuster daar op toch zeggen, dan dat gy het zo volhandig hebt? Het meisje haalt dikwyls een paar beschaamde kaken, als Juffrouw Hartog u, in haren trant, hekelt. En hoe zeer ik ook uwe Vriendin ben, ik zie geen redden aan die zaken: de menschen hebben gelyk. Indien gy zo veel onderneemt, moet gy met meer orde handelen.

Dit trok den aandagt der overigen; Juffrouw Hartog moest lyden, dat beide de Heren, schoon zy nog niet wisten waarom, mede lachten. De Heer R. Een nieuw amusant Werkje, Mevrouw Buigzaam? Juffrouw Buigzaam. Niet heel nieuw, maar echter ongemeen genoeg; de Historie van Josep, door eenen Crous, dat stout meisje, op my wyzende, heeft altoos wat potzigs.

Gy schynt zeer gecoëffert met uw Vriend; en vriendschap vermag veel; doch dewyl ik de vriendschap van zo een eigenwys Heertje niet begeer, is myn oordeel te vryer. Ik. Eigenwys Heertje! die uitdrukking is niet verpligtent . Juffrouw Hartog. Hoe! is de Heer Edeling dan uw vriend ook? Ik.

Ten slotte, zegt onze geleerde Hartog. Vaarwel! ik twyvel niet, of gy zult voldaan zyn over de uitvoering uwer Commissie. De Meiden zyn wèl, en de dienstpresentatie aan de Juffrouwen. Heden, Naatje, hoe raar was het my, zo als vrouw en voogd in uw huis te dribbelen; wat had ik een wysheid in het terdeeg schikken uwer klederen, enz. Willem, myn beste Willem, was gevallig t'huis.

"Ook goed: Hartog, ik gebied je in naam des konings de vergadering te laten uiteengaan!" "Burgemeester," antwoordde Hartog; "hier zijn zeventien menschen. Ik behoef dat dus niet te doen." "Daar zijn er nog zes, dus..." "Dat is mijn huis!" viel Verlinden den burgemeester in de rede. "Indien de burgemeester dáár iets te zeggen heeft, zal ik meegaan."

Letje verzogt excuus; Juffrouw Buigzaam gaf aan Frits last, om even zo een Bierglas te kopen; en Juffrouw Hartog hieldt hare opgelapte meerderheid. Al Weêr een dagje! wel Naatje, en nog al geen Brief van u. 't Zal by my altemaal verwilderen, 't Hek is van den dam; de Schapen lopen in 't koorn. Wat nieuws. De Heer R. heeft hier aan huis geweest, en bragt my het Boek, waarvan ik u gemelt hebbe.

Het bolvormige voorwerp, dat gedurende den nacht boven het huis van den heer Hartog had gezweefd, had zich tegen den morgen tot boven het dak van den Schouwburg verplaatst, waar het onzichtbaar bleef voor de voorbijgangers.

Gy vindt immers, als gy in den namiddag ons wat komt voorsnappen, allen bezig. De Weduw naait. Letje breidt. Ik knoop aan myn manchetten. Juffrouw Hartog speelt met haar hond. Juffrouw Lotje snuift, en frommelt haar zakdoek, en gy zit er maar lui en leeg by. Waarom neemt gy uw werk niet mede, dan kost gy als een werkent Lid onzer Societeit worden aangezien.

Bij W. Hartog, een der ingezetenen, vergaderden eenige broeders en zusters om straks, na gemeenschappelijk gebed en gezang, een predikatie van Smijtegelt te hooren voorlezen door Jan Verlinden, die werk gevonden had, in het dorp was blijven wonen en de kleine gemeente als diaken diende. De soldaat, die als kwelgeest in Hartog's huis geplaatst was, hinderde de opkomst niet.

Het is dunkt my, wel een zeer armoedig vermaak, elkander te tonen, dat men meer vernuft dan goedhartigheid heeft. Ik verstond dit, en zweeg; een schampere lach van Hartog zelf kon my niet aan 't praten krygen. Lotje, zei ik, wanneer gaat gy eens by uw Oom en Tante? ô Als gy maar wilt, al was 't morgen. Bestig, zei ik, als 't goed weêr is, zullen wy er eens heen kuijeren.

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek