Letje verzogt excuus; Juffrouw Buigzaam gaf aan Frits last, om even zo een Bierglas te kopen; en Juffrouw Hartog hieldt hare opgelapte meerderheid. Al Weêr een dagje! wel Naatje, en nog al geen Brief van u. 't Zal by my altemaal verwilderen, 't Hek is van den dam; de Schapen lopen in 't koorn. Wat nieuws. De Heer R. heeft hier aan huis geweest, en bragt my het Boek, waarvan ik u gemelt hebbe.
De zamenspraak Charon is tegen de oorlogvoerende vorsten gerigt en duidt stoutweg, bijna met even zoovele woorden, keizer Karel V en de koningen Frans I en Hendrik VIII als de voorname menscheslagters van het tijdvak aan, die in zulke mate de markt der onderwereld overvoeren dat de oude opgelapte helleschuit te klein en te wrak geworden, en Charon naar de aarde gekomen is om eene nieuwe en grootere te bestellen.
Woord Van De Dag