Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
De verontrustende gedachte aan de haaien schoot mij weer te binnen, doch ik bedroog mij, ditmaal althans hadden wij met dit zeemonster nog niet te doen. Het was een man, een Hindoe, een donkerkleurige visscher, zonder twijfel een arme duivel, die voordat de tijd nog daar was reeds iets zocht te verdienen. Ik zag de kiel van zijn boot eenige voeten boven zijn hoofd.
Mesty, die alles nauwkeurig had gadeslagen, wendde zijn oog naar onzen held, die nog altijd zijn gelaat bedekt hield. "Ik ben maar blij, dat hij dit ten minste niet gezien heeft," mompelde Mesty. "Wat gezien?" riep Jack uit. "Dat de haaien ze allen opgegeten hebben." "O 't is vreeselijk, 't is gruwelijk!" kreunde onze held.
"Al is," zeide Sander, "het schip nog zoo lek en de branding nog zoo fel, zoo zal de matroos, om zijn leven te redden, niet overboord springen, wanneer hij haaien voor den boeg ziet. Ik dank u, Mijnheer Huyck! maar ik heb mijn nek te lief om uw voorslag aan te nemen.
Maar die steenen en dat goud waren nog zoo erg niet, als er maar niet zooveel ondieren in het water rondom het eiland gelegen hadden. 't Leken wel haaien en walvisschen en andere dieren, maar de jongen begreep, dat het de zeespoken waren, die zich om het eiland hadden verzameld, en van plan waren aan land te klauteren, om met de landspoken, die daar woonden, te vechten.
De groote, gevaarlijke haaien zijn op de eilanden zeldzaam en bepalen zich tot enkele districten. Terwijl de boot zich vulde met de glinsterende vangst, gingen wij de plantage bekijken. Het was een der oudste kokosplantages op de eilanden.
Overigens sloot ik mij niet voor wat er nog goeds kon komen uit dien hoek, en ik zou blij geweest zijn, op een dag nog weer het oude mooi terug te vinden. Prikker daarentegen stond diametraal tegenover het beginsel-zelf van "de Nieuwe Gids". Hij hoopte niets liever dan de heele bent "in compagnie naar de haaien" te zien gaan.
"Halt!" riep Jack, wien het vreeselijke tooneel met de haaien nog niet uit het geheugen was, "halt?" De mannen bleven staan. "Wat wilt ge belooven, als ik jullie weer aan boord neem?" "Dat we stipt onzen plicht zullen doen, totdat we weer op de Harpij zijn, om daar als een waarschuwend voorbeeld voor alle muitelingen gehangen te worden," antwoordde een der mannen.
"Dus zult gij met uw makkers," zei kapitein Nemo, "de oesterbank van Manaar bezoeken, en indien zich daar toevallig eenig voorbarig visscher ophoudt, zult gij hem aan het werk zien." "Goed, kapitein." "Zeg eens, mijnheer Aronnax, zijt gij niet bang voor haaien?" "Haaien?" vroeg ik. De vraag van den kapitein scheen mij geheel overbodig. "Welnu?" hernam kapitein Nemo.
Wij lagen voor Savo, waar we binnengeloopen waren om curiositeiten te verzamelen. Savo nu leeft letterlijk van de haaien. De gewoonte van de kroeskoppen om hun dooden in de zee te begraven droeg er ook niet toe bij om de haaien af te schrikken, zoodat de omliggende wateren een ware verzamelplaats zijn.
Ik was op het punt om naar den jongen walvisch te zwemmen, toen een der roeiers mij daartegen waarschuwde, zeggende dat er wel zooveel haaien in den omtrek zouden zwerven als men rechtsgeleerden om Westminster Hall telt, en dat ik er stellig bij zou zijn als ik ze te na kwam; tot mijne geruststelling voegde hij er bij: »Die duivels zullen zelden een mensch pakken, als zij iets anders kunnen krijgen". Hoe waar dit ook zijn mocht, moet ik erkennen dat mijne blijdschap groot was, toen ik eene der booten tot onze redding zag opdagen, terwijl de moeder-walvisch, verward geraakt in de lijn, nog steeds den harpoen in het lijf gevoelende, uitgeput door bloedverlies, dat als eene zwarte fontein opspoot, haar jong naderde en aan zijne zijde stierf, nog tot het laatste oogenblik toe méer om haar kind dan om zichzelf denkende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek