Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
"Dus zult gij met uw makkers," zei kapitein Nemo, "de oesterbank van Manaar bezoeken, en indien zich daar toevallig eenig voorbarig visscher ophoudt, zult gij hem aan het werk zien." "Goed, kapitein." "Zeg eens, mijnheer Aronnax, zijt gij niet bang voor haaien?" "Haaien?" vroeg ik. De vraag van den kapitein scheen mij geheel overbodig. "Welnu?" hernam kapitein Nemo.
Ik zocht toen op de kaart naar de Golf van Manaar; ik vond haar op den negenden parallel, aan de noordwestkust van Ceylon; zij wordt door Indië en Ceylon ingesloten, en aan de noordzijde begrensd door de eilandjes Manaar en Rameseram en de daar tusschen liggende rotspunten, die onder den naam van Adamsbrug bekend zijn. Om deze golf te bereiken, moest men de geheele westkust van Ceylon langs.
"Goed, dat is gemakkelijk; doch zoo wij al die visscherijen gaan bekijken, dan zullen wij toch de visschers zelven niet zien; de jaarlijksche vangst is nog niet begonnen; het doet er evenwel niet toe; ik zal bevel geven om naar de Golf van Manaar te gaan, waar wij vermoedelijk van nacht zullen aankomen." De kapitein sprak eenige woorden tot zijn stuurman, die daarop aanstonds wegging.
De sloep naderde het eiland Manaar, dat voor ons lag uitgestrekt. Kapitein Nemo was opgestaan en overzag de zee. Op een teeken lieten de matrozen het anker vallen, doch behoefden den ketting slechts weinig te vieren, daar de zee hier op zijn hoogst één meter diep was; op deze plek lag een van de hoogste punten der oesterbank.
Het was nog duister; wolken bedekten het luchtruim en lieten slechts enkele sterren zien; ik keek naar het land; maar ik zag alleen een donkere lijn, die van het zuid- naar het noordwesten drievierde van den gezichteinder begrensde. Gedurende den nacht had de Nautilus de westkust van Ceylon gevolgd, en bevond zich thans in het westelijk gedeelte van de baai van Manaar.
Om half negen waren wij weder op den Nautilus; daar overdacht ik de bijzonderheden van onzen tocht naar de oesterbank van Manaar; twee opmerkingen kwamen mij als vanzelf voor den geest; ik dacht vooreerst aan de onvergelijkelijke stoutmoedigheid van kapitein Nemo, en ten anderen aan zijn opoffering voor een menschelijk wezen, een der schepsels, wier geslacht hij, door altijd op zee te blijven, vermeed.
"Zijt gij klaar om te vertrekken, mijnheer Aronnax?" vroeg hij. "Ik ben gereed." "Volg mij dan." "En mijn makkers?" "Zij zijn reeds gewaarschuwd en wachten ons." "Moeten wij onze scaphanders niet aantrekken?" "Nog niet. Ik heb den Nautilus niet te dicht bij de kust laten komen, en wij zijn nog niet op de hoogte van de oesterbank van Manaar.
"Men vischt parels, mijnheer de professor," zei de kapitein, "in de golf van Bengalen, in de Indische zee, in de Chineesche en Japansche zeeën, langs de kusten van Zuid-Amerika, in de golf van Panama, en in die van Californië; maar bij Ceylon levert deze visscherij de meeste voordeelen op; wij komen er zeker wat vroeg, want de visschers komen niet vóór Maart aan de golf van Manaar bijeen, waar zij zich dan gedurende dertig dagen met hun driehonderd schuiten bezig houden om de schatten der zee naar boven te halen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek