Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Mijnheer behoeft niet bang te zijn om adem te halen; er is genoeg voor ons allen." Ned Land sprak niet, maar hij opende zijn mond zoo wijd, dat de haaien er zelfs bang voor zouden geworden zijn. En welk een ademhaling! De Amerikaan "trok" als een kachel, die fel brandde. Spoedig hadden wij onze krachten terug, en toen ik om mij heen zag, bemerkte ik dat wij alleen op het plat waren.
"Denk je ons met je haaien bang te maken?" schreeuwde de onderofficier terug; "leg aan, jongens! laat hem eens een blauwe boon proeven, dan kan hij zien dat 't ons ernst is, en telkens als hij of die neger den kop vertoont maar weer schieten, hoor!" "Om Godswil, probeer toch niet te zwemmen!" riep Jack in doodsangst; "ik zal mijn best doen om je water te bezorgen."
Met dezelfde vrijgevigheid hielpen zich de haaien met hunne tanden; maar het was opmerkelijk hoe straffeloos de zwarten dikwijls tusschen hen en de walvisch konden komen; nooit werden zij aangevallen.
Was 't koketterie van Havelaar, toen hy te Natal een hond Sappho heette het dier nasprong in de riviermonding, omdat hy vreesde dat het nog jonge dier niet goed genoeg zwemmen kon om de haaien te ontwyken die daar zoo menigvuldig zyn? Ik vind zulk koketteeren met goedhartigheid moeielyker te gelooven dan de goedhartigheid zelf.
Verscheidene Haaien en de Zwaardvisch maken in den letterlijken zin van 't woord jacht op jonge Cetaceën; ook oudere dieren worden door hen aangevallen; zij kunnen dan dagen lang volop eten van het reusachtige lichaam. Een veel gevaarlijker vijand van de Walvischachtigen dan alle zeemonsters is de mensch.
"Ja zeker vreeselijk," hernam Mesty, "maar die kogel langs uw hoofd was ook vreeselijk. En als de haaien hen niet hadden verslonden, wat dan? Zij zouden dan ons gedood hebben en onze lijken waren een prooi van de haaien geworden. Dat vind ik nog vrij wat verschrikkelijker. "Mesty," riep Jack uit en greep den neger zenuwachtig bij den arm, "niet de haaien, maar ik heb die mannen vermoord."
Maar al was Soun niet zeeziek meer, hij was nu vreeselijk bang. Hij vreesde dat de haaien misschien nog niet naar bed zouden zijn en instinctmatig trok hij bij die gedachte zijne beenen omhoog als vreesde hij dat zij daarin bijten zouden. Een klein beetje angst was hem, in zijne omstandigheden, dan ook waarlijk zoo kwalijk niet te nemen.
De zeelieden uit vroegeren tijd verhaalden, dat hij ook Haaien, Robben, Dolfijnen en zelfs Walvisschen aanvalt; nauwgezette onderzoekers uit lateren tijd hebben echter nooit iets van dien aard opgemerkt. Wel zegt men, dat hij soms plantaardig voedsel gebruikt, althans velerlei boomvruchten verslindt, die door de rivieren naar zee gevoerd zijn.
Die groote toplast kwijt te raken was noodig, doch zoo goed als onuitvoerbaar. Doch het was een wanhopend geval, waarvoor eene wanhopige poging moest in het werk gesteld worden, wilden wij niet zeer spoedig naar het rijk der haaien verhuizen.
De schoener was nog tweehonderd voet ver weg. Mijn gezicht was in het water, en ik volgde zijn manoeuvres voor een nieuwe poging, toen ik een bruin lichaam tusschen ons door zag schieten. Het was Otoo. "Zwem naar den schoener, meester!" zei hij. En hij sprak vroolijk, alsof de heele zaak maar een grapje was. "Ik ken de haaien. De haai is mijn broeder."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek