Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Dezen morgen gevoel ik mij veel beter: de eetlust is weergekeerd, en bij een flauw vuurtje gezeten, verslinden wij met ons beiden wat de gulzigheid der bedienden heeft overgelaten. Sedert ons vertrek van Djoelfa zijn wij ruim vijfhonderd el gestegen; de lente heeft op deze hooge bergvlakte haar invloed nog niet doen gevoelen.
Zij sliepte de twee anderen uit en vierde haar spotlust zoodanig bot, dat zij zich niet tegen haar durfden te verzetten. Bobo schaamde zich over haar luiheid, Baba over haar gulzigheid en zoo volgden ze allebei hoewel schoorvoetend 't spotachtige, kleine nest.
"De èngel!", nokte mevrouw voor 't éérst van 'r leven na de lang-geleden bruidsdagen in de Charcuterie. Mevrouw jammer-kreunde met de gulzigheid eener weduwe, die te laat de schoone hoedanigheden eens echtgenoots ontdekt Amélie schreide heftig. Zoolang de Menschheid bestond, had geen toren-plateau zùlk desperaat gerucht vernomen geen toren van Barneveld geen van Solness geen Notre Dame.
Indien wij ons bezig zullen houden met den oorsprong van den menschelijken geest, dan zullen wij zien, dat zelfs uit het oogpunt van de geestvermogens, de plant niet zoo werkeloos is, als men meent. Honger, dorst, ziekte, gulzigheid, wellust, ja zelfs liefde, zijn gewaarwordingen, die den planten niet geheel en al vreemd zijn.
En gulzigheid en overdaad Niet mijden en veragten? Die nooit genoeg heeft voor zijn mond, Leeft zelden vrolijk en gezond. KLAARTJE en KEETJE. Altoos werken, altoos lezen, Dat moet wel verdrietig wezen: Is het daarom dat men leeft? Lustig Keetje! nu aan 't spelen; Ach! de tijd moet u verveelen Dien gij aan uw meesters geeft.
Zelfs Dada had het voorrecht niet meer hare meesteres door haar gulzigheid te doen glimlachen. Zij slokte straffeloos de meest uiteenloopende zaken naar binnen, zonder dat iemand dat belette. Miss Watkins zat nu tusschen twee vreezen benepen, die al grooter en grooter in hare verbeelding werden.
De verheffing is het moeilijkst te bewijzen, wanneer wij de ruwe gewoonten, ziekelijken smaak en doodelijke ziekten, de geveinsdheid en ongemanierde gulzigheid en onmatigheid der menschen waarnemen. De dieren mogen lager staan dan wij, omdat zij eenvoudig eten wat goed voor hen is wanneer zij honger hebben, maar hun doel dient het goed.
De zware boerenkost was hun licht en ze hadden danig pleizier, de eene om de aardige gulzigheid van den anderen. 't Was hier een lage kamer met zwart-eiken zoldering en twee groen-geruite vensters. De roode glans van de zonne hing gulden ranken erlangs, zoodat in huis een vreemd purperen licht schemerde, hier en daar opschietend langs de bolle bulten van het koperen kookgerief.
Hier waren geene deuren die onhoorbaar als zefirs om hare hengselen zwenkten; hier was geen perzisch tapijt waarover de voetstap geruchtloos henenglipt; de planken vloer lag zelfs vrij dik met zand bestrooid. Kon de gulzigheid des hongers mij blind en doof hebben gemaakt?
Zij schonk een beker vol, en ledigde dien met een walgelijke gulzigheid, alsof zij er geen droppel in wilde overlaten. "Dit verstompt het gevoel", zei zij, opziende, toen zij den beker geledigd had; "maar het kan mij niet opvroolijken. Drink met mij, vader, zoo gij mijn verhaal wilt hooren, zonder daarbij in onmacht te zinken."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek