Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
»O, mijn jongen,... mijn jongen!" jammerde moeder Jane onder zenuwachtig gesnik, »nu heb je geen vader meer!" »Ze zullen... het toch wel... bij gevangenisstraf laten!" nokte Jakob moeizaam. Maar zelf had hij geen vertrouwen in wat hij zei. Vierde Hoofdstuk. Tot den kogel veroordeeld.
Maar de kinderen, nokte zij, de arme kinderen. De arme kinderen!... Zij rilden onder het vreemd geweld dat in den nacht door de lucht joeg en weenden samen... De wereld was uit haar gronden gerukt en boosheid en moordzucht hielden feest. Nu verloren de menschen hun bezinning en wisten wat oorlog was en vrede. Reeds vroeg kwam Miranda hem halen om te gaan kijken naar de verwoesting.
"De èngel!", nokte mevrouw voor 't éérst van 'r leven na de lang-geleden bruidsdagen in de Charcuterie. Mevrouw jammer-kreunde met de gulzigheid eener weduwe, die te laat de schoone hoedanigheden eens echtgenoots ontdekt Amélie schreide heftig. Zoolang de Menschheid bestond, had geen toren-plateau zùlk desperaat gerucht vernomen geen toren van Barneveld geen van Solness geen Notre Dame.
Bewaar die verhaaltjes dan voor mij.... Misschien zullen wij er dan óók mooie boeken van maken.... Later ... want ik zal je niet vergeten! Zul je het doen? Ik zal het probeeren!... zei 't kind ernstig. Er nokte iets in haar keel, zoodat ze moest slikken. Toen sloeg ze de armen om zijn hals, en kuste hem.
"Ga u dan toch liggen." "Nee, 'k ben vies van die planken." "En als 't nou héúsch langer duurt dat hou u toch niet vol!" Wrokkend kwam mama naast 'r liggen en opnieuw zachtjes snikkend zei ze 'r hope en vreeze: "As de hemel maar geeft, dat 'r morgen iemand begráven wordt!" "D'r is niemand ziek, ma." "Dat weet je niet. Laten we 'r om bidden," nokte mevrouw Zwaluw.
Het geelachtige aangezicht van den oude was, gedurende deze toespraak van zijn heer, vaalbleek geworden. Eenige oogenblikken lang nokte hem, onder veel snikken, de stem in de keel.
Ze zijn misschien al dood, nokte Madame. Men mag zich nooit het ergste verbeelden, Mevrouw. Dat zeg ik ook... maar nu weten wij van den oorlog mee te spreken... In een straat, aan weerszijden met kleine arbeiderswoningen bebouwd, woonde de kruier. Hij draaide het gaslicht op in het voorkamertje, verontschuldigde zich dat hij even zijn vrouw ging verwittigen.
En als het boek, dat ik je bracht, uit is, zal ik je er weer een brengen, zoolang ik kan ... zoolang ik kan.... Maar nu moet ik gaan. Dag prinsesje! Dag prins! zei 't kind, en weer nokte 't in haar keel. Toen, met een snik, sprong ze weg in 't duister.
"'K zie ou zeu geirne Fons; ge 'n meug mij noeit verloaten, ge moet altijd... altijd bij mij blijven," nokte zij teer-ontroerd. Zijn handen drukten haar werktuigelijk tegen zich aan, maar hij gaf geen antwoord meer. Hij was reeds weer in slaap. Toen zuchtte zij heel diep en sliep ook kalm weer in. Hemelgeiten: kwezels. Stallen en schuren. Hijgen. Kouter; vlakte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek