United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alvorens deze binnentrad, bonden de stafdragers een doek voor zijn mond, en zeiden hem, dat hij zich voor den koning moest nederwerpen. De Griek trad in eene ongedwongene, edele houding naar den vorst toe, die met zijn bliksemend oog tot op den bodem zijner ziel scheen te willen doordringen, en wierp zich, overeenkomstig Perzisch gebruik, voor hem neder en kuste den grond.

Wie zijn besten vriend verraadt, handelt . Menig dronkaard slaat niet zelden taal uit. Al zijn sommige uitdrukkingen uit de achterbuurten ook , zij geven niet zelden blijk van echten volkshumor. Justus van Maurik teekende meermalen een zeebonk, die toch ons hart weet te stelen. Doodgaan van een mensch gezegd is . Een Griek wees den vijand een korteren weg door het gebergte aan.

Later heb ik gehoord dat de Griek hem duchtig geslagen heeft, maar omdat ik een vast principe heb, me nooit te bemoeien met dingen die me niet aangaan, ben ik terstond weggeloopen. Ik heb het dus niet gezien. Ziedaar de reden waarom zyn trekken me zoo aan reukwerk herinnerden, en hoe men in Amsterdam twist kan krygen met een Griek.

Zij stelden een korte spreuk in de plaats van een verhandeling. Zij begrepen niet, dat de dichtkunst niet slechts vermaak beoogt, maar ook een middel is van groote opvoedkundige waarde. De waarachtige liefde voor de natuur schijnt den Arabier evenzeer te hebben ontbroken als den Griek en den Romein. Hij hanteerde zijn onderwerp met evenveel zorg als een juwelier.

Terwijl zijn grooten, ja zelfs zijne naaste bloedverwanten hem slechts met gekromden rug durfden toespreken, stond deze Griek, met zijne rijzige, fiere gestalte, als zijns gelijke voor hem. Terwijl de Perzen ieder woord dat zij tot hun gebieder richtten, met bloemrijke volzinnen en vleiende spreekwijzen plachten op te sieren, sprak de Athener rond, eenvoudig en ongekunsteld.

Niets is wellicht beter in staat ons van het bestaan van een feilen, schoon vaak onbewusten hoogmoed in ons menschen te overtuigen, dan na te gaan hoe in den loop der eeuwen de menschheid de dieren heeft gezien en vooral hoe die visie op de dierenwereld zich in literaire kunst heeft geuit. Van het Pancatantra, het oeroud Indisch Sanskrit-werk af, tot, over den Griek Aesopus die zelf, naar de geleerden zeggen, een fabel is! , de verschillende oude behandelingen van de Reinaert-sage waarbij zich sedert kort de voortreffelijke bewerking door Streuvels heeft gevoegd , tot ook, eenige eeuwen later den genialen en gracieusen Franschman La Fontaine, om nu maar de allerberoemdsten, werken en schrijvers, te noemen, is de dierenwereld nimmer om zich-zelfs-wil in literaire kunst gebeeld. Zeer zeker ging al dezen schrijvers het eigenaardige van het dier-leven niet onopgemerkt voorbij, maar dat leven zagen zij niet als een schoon en stroom, machtig, diep en hunner aandacht ten volle waardig, ook al hadden zij er nooit de spiegeling van der menschheid gelaat in gezien, maar zij achtten dien integendeel juist dáárom alléén hunne bestudeering waard, [p. 206] òmdat zij tot de menschen konden zeggen: Buig u over dezen stroom en ge zult er

Heel mooi, Tirza, heel mooi! zeide Juda levendig. Het lied? vraagde zij. Ja, en de zangster ook. Waar hebt gij het opgedaan? Herinnert gij u den Griek nog, die een paar weken geleden in het theater zong? Men zei, dat hij lofzanger geweest was van Herodes en zijne zuster Salome.

Maar 't hielp niet veel. En al de Grieken waren dapper. Maar dit hielp ook niet. En al de Turken waren van 'n glad verkeerd geloof, 't Hielp nog niet. Zelfs hielp 't niet dat ze zoo byzonder lafhartig waren, en overal by troepen te-gelyk op de vlucht sloegen zoodra maar één Griek zich vertoonde ... tòch werden elke week alle grieksche vrouwen, kinderen en grysaards vermoord.

En hoe weinig dat is, kan een Griek of Romein niet beseffen. Maar ik ben noch Griek noch Romein. Iras lachte. Ik heb een tuin vol rozen, zeide zij. In het midden staat een boom, die alle andere in rijkdom van bloei overtreft. Waar denkt gij, dat hij vandaan kwam? Uit Perzië, het vaderland der rozen. Neen. Uit Indië dan. Neen. Dan van een der Grieksche eilanden. Ik zal het u vertellen, zeide zij.

Het is my inderdaad aangenaam optemerken hoe ik my in myn denkbeelden over gevaar en zulke dingen, gelyk ben gebleven, daar ik thans over zoo-iets nog juist dezelfde meening koester, als dien avend toen ik daar by de kraam van den Griek stond, met de twaalf stuivers die we saamgelegd hadden, in de hand.