Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
De heeren Blathers en Duff keken naar Mr. Giles, toen hun aandacht zoo op hem gevestigd werd. De huisknecht keek als verwezen van hen naar Oliver en van Oliver naar den dokter, met een lachwekkende mengeling van angst en verslagenheid. »Je zult dit niet willen ontkennen, denk ik?« zei de dokter, terwijl hij Oliver zachtjes weer neerlegde.
»Het lijkt mij 't best, dat jij in de sjees doorrijdt naar mijn moeder, Giles,« zeide hij. »Ik wou liever langzaam oploopen om wat tijd te winnen, eer ik haar zie. Je kunt vast zeggen, dat ik kom.«
Wat Mr. Giles en Brittles betreft, zij blijven nog in hun oude betrekking, ofschoon de eerste kaal is geworden en de laatste heelemaal grijs. Zij slapen in de pastorie, maar verdeelen hun diensten zóó gelijkelijk onder de bewoners hier en Oliver en Mr. Brownlow en dokter Losberne, dat de dorpsbewoners tot op den huidigen dag nog niet hebben kunnen ontdekken, in welk huis zij nu eigenlijk behooren.
Brittles, die achter de deur stond, kreeg nauwelijks Oliver in 't oog of hij uitte een luiden kreet. Mr. »Hier is hij!« schreeuwde Giles in groote opgewondenheid naar boven, »hier is één van de dieven, mevrouw! Hier is een dief, juffrouw! Gewond, juffrouw! Ik heb hem geraakt, juffrouw en Brittles lichtte me bij!«
De constabel knikte diepzinnig. Hij zei, dat, als dit niet volgens de wet was, hij wel eens wou weten wat dan wel. »Ik vraag nog eens,« donderde de dokter, »zijn jullie in staat de identiteit van dien jongen onder eede vast te stellen?« Brittles keek in twijfel naar Mr. Giles; Mr.
»Wie?« riep de dokter, op zijn beurt ontsteld. »De politiebeambten uit Bow Street, mijnheer,« antwoordde Brittles, terwijl hij de kaars nam, »ik en Mr. Giles hebben vanmorgen om ze gestuurd.« »Wat?« riep de dokter. »Ja,« antwoordde Brittles, »ik stuurde een boodschap met den postiljon en ik begrijp nog niet, dat ze niet al eer hier waren.« »Heb jij.... jij dat gedaan?
Giles vervulde bij de oude dame, die het huis bewoonde, de dubbele betrekking van bottelier en huisknecht; Brittles was een duivelstoejager, die, daar hij als kind in zijn betrekking was gekomen, nog altijd als een veelbelovende jongen werd behandeld, ofschoon hij de dertig al gepasseerd was.
»Wat meneer?« antwoordde Giles met een weifelenden blik op den ondervrager. »Dat 't diezelfde jongen is, stomkop!« viel Blathers ongeduldig uit. »Ik weet 't niet, ik weet 't heusch niet,« zei Giles met een berouwvol gezicht. »Ik zou er niet op durven zweren.« »Wat denk je dan?« vroeg Mr. Blathers.
Giles volgde zoo goed hij kon en Oliver volgde ook, en een paar minuten later tuimelde dokter Losberne, die juist van een wandeling terugkwam, achter hen aan over de heg; en vlugger opspringend dan men van hem zou verwachten, nam hij met niet weinig snelheid deel aan den loop, steeds zoo hard mogelijk schreeuwend om te weten wat er toch was.
»Ik zou niet graag ongemanierd schijnen, heeren,« zei de derde, die de honden terug had geroepen, »dat weet meneer Giles wel.« »Zeker,« zei de kleinere, »en wat meneer Giles ook moge zeggen, 't ligt niet op onzen weg, hem tegen te spreken. Nee, nee, ik ken m'n plaats. Dank zij mijn gesternte, ik ken m'n plaats.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek