Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Giles kwam de bagage halen en de dokter holde naar buiten om te zien of alles er wel was. »Oliver,« zeide Harry Maylie met zachte stem, »ik wou graag een woordje met je spreken.« Oliver ging naar de breede vensterbank, waarheen Harry hem wenkte; heel verbaasd toen hij opmerkte hoe de jonge man tegelijk bedroefd en opgewonden scheen.
Eerlijk gezegd, de man scheen werkelijk zijn plaats te kennen en heel goed te weten, dat het geen benijdbare was, want onder het spreken klapperden zijn tanden in zijn mond. »Je bent bang, Brittles,« zei Mr. Giles. »Dat's niet waar,« zei Brittles. »'t Is wel waar,« zei Giles. »Je bent 'n valschaard, Mr. Giles,« zei Brittles. »Je bent 'n leugenaar, Brittles,« zei Mr. Giles.
Ik weet wel.... Giles is een trouwe borst en een oude dienaar, maar u kunt het op duizend manieren weer goed bij hem maken en hem een belooning geven voor zijn schutterschap. Heeft u daar niet op tegen?« »Als er ten minste geen ander middel bestaat om het kind te sparen,« antwoordde mevrouw Maylie. »Er is geen ander,« zei de dokter. »Op mijn woord niet.«
»Met een lantaren, juffrouw!« riep Brittles, en hield, om zijn stem verder te doen dragen, zijn ééne hand op zij tegen zijn mond. De twee vrouwelijke dienstboden vlogen naar boven om het nieuws te vertellen, dat Mr. Giles een dief had gevangen en de ketellapper beijverde zich door te trachten Oliver bij te brengen; anders zou hij nog dood gaan eer hij werd opgehangen.
»Ik zal jullie zeggen wat 't is, heeren,« zeide hij, »we zijn allemaal bang.« »Spreek voor jezelf,« zei Giles, die de bleekste van de drie was. »Dat doe ik,« antwoordde de ander. »'t Is natuurlijk en fatsoenlijk, bang te zijn onder zulke omstandigheden. Ik ben bang.« »Ik ook,« zei Brittles; »alleen is 't niet noodig, 't iemand zoo maar in zijn gezicht te zeggen.«
»'t Is vreemd, dat er zoo vroeg in den ochtend geklopt wordt,« zei Mr. Giles en liet zijn oogen langs de bleeke gezichten om hem heen gaan; hij zag zelf ook doodsbleek. »Maar er moet worden opengedaan. Heeft niemand me verstaan?« Mr.
Bij dit punt van het verhaal werd de keukenmeid bleek en vroeg de werkmeid om de deur dicht te doen; deze vroeg het aan Brittles, deze aan den ketellapper en deze deed of hij 't niet gehoord had. »Een geluid meende te hooren,« ging Mr. Giles voort. »Eerst zeg ik: 't is verbeelding, en zou net weer in slaap vallen, maar toen hoorde ik het geluid weer en duidelijker.«
Die laatste heer had een grooten stok, een grooten hoed, een groot hoofd en groote half hooge laarzen en hij zag er uit of hij een hoeveelheid ale naar evenredigheid geslikt had wat werkelijk het geval was. De avonturen van den vorigen nacht werden nog altijd besproken en Mr. Giles weidde juist uit over zijn tegenwoordigheid van geest, toen de dokter binnenkwam; Mr.
Giles was opgestaan van zijn stoel en had met zijn oogen dicht twee stappen vooruitgedaan om zijn verhaal met de handeling te illustreeren, toen hij en heel het overige gezelschap hevig schrikte en hij naar zijn stoel terugstoof. De keukenmeid en de werkmeid gaven een gil. »Er werd geklopt,« zei Mr. Giles, met vertoon van kalmte, »doe één van allen open.« Niemand verroerde zich.
Giles onder handen te nemen. Toen hij niemand in de kamers vond, kwam het in hem op, dat hij mogelijk zijn aanval met meer succes in de keuken kon beginnen; dus ging hij naar de keuken. In dit Lagerhuis van het bedienden-Parlement zaten Mr. Brittles, Mr.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek