Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Doch die weifeling duurde maar een oogenblik, want Heer Gijsbrecht trad op hem toe en zeide: "Hijsch het zeil, veerman, en waag het niet, mij aan mijne vijanden over te leveren, want die daad zoudt ge niet overleven!" En de veerman begreep, dat deze taal ernst was. "Ik kan niet terugkeeren, Edele Heer!" riep hij Vianen toe. "Ik word gedwongen, om verder te gaan."

"Konden we hier ergens maar eene schuilplaats vinden," zeide Heer Gijsbrecht. "Dicht hier in de nabijheid moet eene verlaten hut staan, Heer," antwoordde Fulco. "Ja, dat weet ik," hernam de Ridder. "Maar 't is zoo donker .... " Plotseling flikkerde een felle bliksemstraal door de lucht, die het bosch als in een laaien gloed zette. Een knetterend geluid en een zware slag volgden er onmiddellijk op.

Ik zou mij al erg bedriegen, als al de belegeringswerktuigen niet verbrand waren, en dan heeft hij minstens veertien dagen noodig, om weer zoover gereed te komen als hij nu reeds was. En tijd gewonnen is veel gewonnen, misschien zelfs wel alles. Toch zie ik de toekomst donker in, als Heer Gijsbrecht niet verlost wordt.

"Alleen zou ik u verlof willen vragen, om dadelijk weer te mogen vertrekken." "Gaarne. Wacht, ik ga met u mede en zal u uitgeleide doen." Weldra zaten Gijsbrecht en zijn dienaar weer te paard, en nu werd de reis met dubbelen spoed voortgezet.

Ook bij Bertha had die stem eene groote ontroering teweeggebracht, immers, zij kende haar? Neen, neen, zij twijfelde er niet aan: dat was de stem van Gijsbrecht, van haar dierbaren gemaal!

GIJSBRECHT VAN AEMSTEL leidt in Holland en het Sticht een boerenopstand waarvoor de bisschop moet wijken. Onder de burgerij zien wij op vele plaatsen de ambachten staan tegenover de patricische geslachten, die zich langzamerhand uit de gemeente omhoog beurden, en die den ambachtslieden geen aandeel in de regeering gunden .

De Italiaan bleef eenigszins verrast aan de deur staan toen hij de gedaante zag van Barbanera, wien hij zooeven buiten het slot verlaten had. Zijn vermoedens, zoo hij er nog eenige had, waren geheel opgelost. Het is een krijghmans beê: gy mooght die niet ontzeggen. Vondel. Gijsbrecht van Aemstel.

Bijna was ik meester geweest in Holland: de West-Friezen waren in opstand, de Vlamingen waren in Zeeland gevallen en mijn leger trok zegevierend tot Medemblik door." "Totdat Jan van Henegouwen u dwong het beleg op te breken," zeide Gijsbrecht. "Ik weet het." "Indien gij mij bijgestaan hadden, wie weet hoe dan de uitslag zou geweest zijn," zei de Bisschop op verwijtenden toon.

't Wordt wel al donker, maar het is toch nog licht genoeg, om ginds de forens van het slot te Heusden te zien. Laten we daar andere paarden leenen om de reis voort te zetten, dan kunnen we nog voor den morgen te IJselstein zijn." "Dat is een uitstekend plan. Fulco!" riep Heer Gijsbrecht. "Laten we dadelijk gaan. De Heer van Heusden is mijn vriend." Dat toonde deze edelman dan ook.

Ik kan mij niet voorstellen, dat gij den burcht verlaten hebt, alleen om ons dit alles te komen mededeelen. Ongetwijfeld voert gij wat anders in uw schild?" "Dat is ook zoo, Edele Heer. Ik ben hierheen gekomen, om uw raad in te winnen over een zeer gewichtig plan, dat ik u onder de grootste geheimhouding mededeel, Mijn voornemen is, Heer Gijsbrecht uit den kerker te verlossen."

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek