Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Te paard!" riep zijn Heer hem toe, en dat bevel behoefde niet herhaald te worden. In één sprong zat Fulco in den zadel. Nog een oogenblik, en Heer Gijsbrecht reed naast hem voort, zoo snel het maar kon. De sporen drongen den edelen dieren diep in het vleesch en deden hen alle krachten inspannen. De beide ruiters hingen bijna over den nek hunner paarden. Geen woord werd er tusschen hen gewisseld.
Hadden die strakke oogen vroeger gefonkeld, toen hij zijne dienaren ten strijde opriep, om den moord op Graaf Floris gepleegd, te wreken? Hadden die vermagerde vingers toen zoo krachtig het zwaard omklemd? Neen, heen, hij kon het niet gelooven. "Zijt gij Heer Gijsbrecht van IJselstein?" vroeg de oude minstreel haperend en ongeloovig. "Ja, die ben ik. Maar gij, wie zijt gij?"
De poorters, aangevoerd door Nicolaas van Putten, wien Gijsbrecht van IJselstein getrouw ter zijde stond, verdedigden zich met groote dapperheid en wisten de stad te behouden. Alom in den lande ontstond gemor en misnoegen tegen den machtigen dwingeland, die voortging den Graaf te bewaken en in diens naam de willekeurigste daden te plegen.
Uw kasteel wordt nog niet belegerd, doch lang zal het wel niet meer verschoond blijven, want Baljuw Aloud maakt zich tot het beleg gereed, en Vianen, die gisteren teruggekeerd is, heeft het bevel op zich genomen. Dus als ge nog tijdig op den burcht wilt aankomen, zult ge u moeten haasten." "Ik ga terstond en hoop nog dezen nacht aldaar aan te komen," antwoordde Gijsbrecht.
"Alleen om mijne vroegere rechten op Drechterland terug te krijgen," aldus klinkt de stem van den Bisschop, "heb ik dadelijk na den dood van Graaf Floris..." "Na den afschuwelijken moord," mompelde Heer Gijsbrecht, terwijl hij de wenkbrauwen fronste, "die het Graafschap van den edelsten vorst beroofde, dien het ooit gehad heeft, en het eene prooi deed worden van zijne talrijke vijanden .... "
"Waar is 't gevaar?" "Hier, Gijsbrecht, hier!" De hulp komt nader. De dapp're bruidegom is daar En zoekt in 't duister naar den dader. Thans vreest de roover voor den dood En zucht om redding uit den nood. De blijdschap op haar lief gelaat Werpt Bertha zich in 's Ridders armen. De roover neemt zijn kans te baat; Hij wacht van Gijsbrecht geen erbarmen.
De trouwe gade wilde van niets hooren, tenzij men haar eerst toestond met Gijsbrecht, haar gemaal, onbeluisterd te spreken, opdat ze zijn eigen woord mocht hooren, en zijn raad innemen, dien ze zekerlijk zou opvolgen.
"Dat meen ik ook," hernam Fulco, "en het moet al raar loopen, als ik hem vandaag niet eens onder zijne smerige kap kijk. Ik moet er het mijne van hebben." "Natuurlijk, en als .... maar daar komen weer nieuwe gasten aan. Ik groet je, 't wordt mijn tijd." "En ik zal den schimmel op stal zetten. Maar neen, daar nadert Heer Gijsbrecht. Ik zal nog een oogenblik wachten. Wien heeft hij daar bij zich?
Het onvoorzichtige dezer handelwijze kwam weldra ten duidelijkste aan den dag, toen Gijsbrecht by Vreeland een tol hief, tot groot bezwaar der handeldrijvende Stichtenaren.
"Ik ga trachten Heer Gijsbrecht te verlossen, Jonker. Ik kan het niet van mij verkrijgen, hem aan zijn lot over te laten. 't Zal wel moeilijk gaan, daaraan twijfel ik niet, maar toch wil ik het beproeven. Tijdens het gevecht zal ik trachten, door den vijand heen te breken en mij in veiligheid te brengen. Vaarwel, Jonker, en houd goeden moed!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek