United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gapingen in de gedunde gelederen waren gemakkelijk aangevuld geworden, ja meer dan dat: in getalsterkte was de partij gegroeid. Maar zij was achteruit gegaan in innerlijke kracht, in eenheid, in zuiverheid en in idealisme, in al datgene wat haar in staat had gesteld haar taak zoo schitterend te volvoeren.

Hoe het dal verder loopt, is ook onzichtbaar; ook daar schijnen de Causse de Sauveterre en de Causse Méjean aan elkaar gegroeid. Wij daalden den zigzag loopenden, doch toch nog steilen weg af, die onder ons in de diepte schijnt weg te zinken.

"Maar," vroeg hierop een zeer oud wijf, dat misschien ook al met zwarte kunsten had pogen om te gaan, "maar mogen wij niet weten, wat gij hebben moet? Wij zouden het u misschien wel kunnen bezorgen." "Onmogelijk!" viel de grijsaard in. "Ik moet mos hebben, dat gegroeid zij op een honderdjarig doodshoofd. Waar zoudt gij dit halen?

Dat dingen van gister had hij meenen te vergeten met slapen en 't stond daar nu groot gegroeid, sterker dan ooit in zijne nieuwigheid, met hevige verlangens en zotte voornemens.

Hij drong niet verder aan; hij had nog Quaerts en de meisjes om te spelen. Wat doe je daar, Jules? vroeg hij, met een blik over de piano. De jongen was daar achter blijven zitten, als vergeten. Hij stond nu op, hij kwam te voorschijn, lang, uit zijn kracht gegroeid, met vreemde oogen. Wat deê je daar? Zit toch niet zoo te suffen, jongen! mopperde Dolf vriendelijk met zijn diepe stem.

Voorspoedig groeide het op, maar het had ruwe en doorgroefde handen, zijn rug was krom gegroeid, knoestig waren zijn vingers, en grof zijn gezicht. Het werk, waarmede Knecht zijn kracht ontwikkelde was hakken van hout, boomtakken binden, stammen sleepen, heel den dag. Eens kwam er een vrouw in zijn woning, hinkend op haar bloederige voeten, met eeltige handen en stompen neus. Meid was haar naam.

In eenen hoek van het boschje, waar schilderachtige heuveltjes waren aangelegd en het loof der boomen als in elkander was gegroeid, stond eene aardige hermitage. Deze hermitage geleek veel naar eene kapel, die in zeer ouden stijl was gebouwd.

"Och meske, zwijgt, 'k ben er ne voet mee gegroeid," zei Pallieter, en ging een zuiver hemd en een ander broek aandoen. De natuur scheen veertig dagen verjongd; alle mogelijke reuken stegen omhoog uit den natten grond, en alle boomen zongen. De hemel was weer rein en blauw gelijk een vergeet-mij-nietje en de zon deed alles nog nat van den regen blinken.

Victor Hugo, George Sand, Dickens, om enkelen te noemen, voerden het woord en lieten het zich niet ontnemen. Hun werk, als 't het geheel van de samenleving wil omvâmen, heeft iets gekunstelds, het spreekt niet dadelijk uit het hart van de maatschappij. Het zoekt een eenheid van het leven, maar het leven zelf is al buiten het kader van hun werk gegroeid. In het tweede tijdvak was Zola de overnam.

Ik ging naar de plaats terug en zag, dat het koren tot aan den hemel was gegroeid, want de plaats, waar het gevallen was, was nogal vochtig. Ik klom dus langs een van de stengels omhoog. Toen ik den hemel bereikt had, was de gierst intusschen rijp geworden en een engel oogstte het graan, bakte er een brood van en at dat op met wat warme melk.