United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Betreurenswaardig: want waar blijf ìk nou, mèt al mijn edelmoedigheid, die me reeds tot in de ziel verwarmde?! Toen ik namelijk het werkje des heeren Coenen gelezen en daaruit vernomen had, dat Dickens tot die "klassieken" behoort, "welke men kent en eert, doch maar weinig leest," toen dacht ik zoo bij me zelf: kijk nou eens aan, daar zit ik nou met verreweg het meerendeel mijner moderne mede-literatoren in glorie en rijkdom, onze boeken worden met wagenvrachten langs de straten gekrooien; elke maand ziet een nieuwe uitgaaf onzer werken; het volk verafgoodt ons gelijk het Dickens deed in zijn tijd ; het dráágt ons, wij leven erùit, wij leven erméde gelijk Dickens in zijn tijd ; het rukt onze werken uit de handen der boekverkoopers en loopt uren ver, om ons te lézen, te lézen gelijk bij Dickens in zijn tijd ; daar zit ik nu, onder mijn medegelukkigen ... laat mìj dien armen klassieke, die bijna niet meer gelezen wordt is zoo iemand niet als een rijkaard, die door een hevige kwaal niet van zijn rijkdom kan genieten? eens een beetje in de hoogte werken, zooals ook Coenen, waarlijk met zooveel welwillendheid, heeft gedaan, èn laat mij 't doen naar aanleiding van dièns werkje.

Er kwam later een tijd dat Conscience de buitenlandsche letterkunde bestudeeren kon. Maar evenals Dickens was hij bang zijn oorspronkelijkheid te verliezen, nu hij niet jong genoeg meer was om de mindere eigenschappen van zijn kunde voor andere te verruilen. Het was hem onmogelijk geweest om uit zijn engere wereld te geraken. Evenals de meeste van zijn vrienden was hij in zijn jeugd arm.

Een van deze was de "P.C", want daar geheime genootschappen in zwang waren, vonden de meisjes het noodig er ook een te hebben; en daar ze alle vier met Dickens dweepten, noemden ze zich "de Pickwick" Club.

Een mooie collectie goede boeken, waaronder natuurlijk ook kleine, eenvoudige novellen, doch ook de werken van Dickens, Walter Scott, en vele Amerikaansche bekende auteurs, waren aanwezig. Op dezelfde wijze als in elke publieke leesbibliotheek worden ook hier de boeken uitgegeven, aan de 2e klasse vrouwen eenmaal 's weeks.

Maar om van op te springen is, tusschen al dat vlakke en precies-voorzichtige, deze onbewust enthousiaste uiting: Dit is Dickens' romantiek, die hij voor ons zoo realistisch waar maakt, dat wij kunnen meenen, hetzelfde eiken dag te zien gebeuren.

Hoor beiden over Dickens' fabelachtige populariteit. Coenen: Al die duizenden lezers voelden blijkbaar de verbeeldingswereld van den schrijver evenzeer als de hunne, en zich gerechtigd mee te beslissen over het lot der boekpersonen, omdat die schepsels nu ook voor hen zoo levend en eigen waren, als verwanten en vrienden, wie men geenszins onverschillig aan kan zien.

Dat oordeel dateert trouwens uit den tijd dat ik de boeken nog niet critisch genoeg beschouwde. Mijn haat tegen dat goedmoedige is ook de reden dat ik nooit van Dickens heb kunnen houden. Ik heb veel van 'm gelezen en 't amuseerde mij wel, maar tegelijkertijd hinderde 't mij. Dikwijls had ik lust om te zeggen: Jasses, schei toch uit met je flauwiteiten: we weten 't nu wel!

Ik vind Dickens flauw, met hier en daar een mooi trekje, en dat appreciëer ik ook wel. En houdt U u ook op de hoogte van onze moderne schrijvers? Mij dunkt, U moet over sommigen er van een eigenaardig oordeel hebben. "Voor zoover dat bij te houden is! Ik wil uit de andere landen ook wel eens wat lezen. "Ik lees graag over Philosophie, over Spiritisme.

Onder die werken zag ik de meeste stukken van oude en nieuwe schrijvers, dat is te zeggen, al wat de mensch het schoonst heeft voortgebracht op het gebied van geschiedenis, dichtkunst en romantiek, van Homerus tot Victor Hugo, van Xenophon tot Michelet, van Rabelais tot Dickens.

Dezelfde vangt in De Ploeg een rijk geïllustreerd artikel over Dickens en zijn voornaamste illustratoren aan, dat in Maart vervolgd zal worden. Verder laat ik, trots alle beloften, dezen keer de mij ter hand gekomen tijdschriften, voor zoover ze geen Dickens-bijdragen hebben, onbesproken uit collegiale égards: naast een Onsterfelijke schijnen de levenden dood.... 19 Febr. 1912.