United States or Portugal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie van Canada spreekt denkt aan Frankrijk, en hoe weinig Ned Land zich ook met anderen bemoeide, moet ik toch bekennen dat hij eene zekere vriendschap voor mij opvatte. Mijne afkomst trok hem zeker aan; hij had daardoor gelegenheid die oude taal van Rabelais te spreken, welke in sommige streken van Canada nog in gebruik is, en die ik zoo gaarne hoorde.

De straatjongen van Parijs is een kleine Rabelais! Met zijn broek is hij niet tevreden, zoo er geen horlogezak in is.

Verrader is een booswicht vol duivelse list, die niets menseliks meer heeft en tot alles in staat is; er is niet alleen aan eigenlik verraad te denken. 1007. suysebolt, vgl. "drink datje suizebolt", Rabelais, Vertaalde Werken. Andreas, wel wetende hoe de vrouwen razen, wanneer men haar lusten weigert te bevredigen. De schout zendt op het vreemd verdacht gerucht de strenge rechters af.

Men verhaalt van Rabelais, dat hij den Kanselier Duprat, die onder de regering van Lodewijk den XII. en Franciscus den I. geleefd heeft, willende spreken, en wel wetende dat het niet gemakkelijk was, om de groote Heeren te naderen, den portier in het Latijn aansprak; deze hem niet begrijpende riep den kamerdienaar, en Rabelais sprak Grieksch; vervolgens kwam de eerste klerk van het secretarij en hij sprak Hebreeuwsch; de Secretaris voorkomende, liet hij zich in het Syrisch hooren; eindelijk kwam de Kanselier zelve, en Rabelais deed zijne boodschap in het Fransch, met bijvoeging van de reden, waarom hij met zooveel taalgeleerdheid voor den dag was gekomen, waar over de Minister dan ook hartelijk lagchte.

Dit is het begin van wat weldra groeit tot die belachelijke latiniseering van het edele Fransch, welke den spot van Villon en van Rabelais zou treffen. Het is steeds weer in de dichterlijke correspondentie, in de opdrachten en oraties, met andere woorden, als het bijzonder mooi moet, dat men dien trant aantreft.

Voor Rabelais was het een voorwerp van spot geworden, dat men naar de symbolische beteekenis der kleuren vroeger zijn pages kleedde, zijn handschoen borduurde en wat niet al. In de veertiende en vijftiende eeuw nam die kleurensymboliek in het amoureuze leven een gewichtige plaats in.

Onder die werken zag ik de meeste stukken van oude en nieuwe schrijvers, dat is te zeggen, al wat de mensch het schoonst heeft voortgebracht op het gebied van geschiedenis, dichtkunst en romantiek, van Homerus tot Victor Hugo, van Xenophon tot Michelet, van Rabelais tot Dickens.

Van eene zijner invallende gedachten, den Hofnar, hebben andere groote vernuften der 16de eeuw levende wezens weten te maken, even populair geworden als de algemeene beschaving zelve: Rabelais van Panurge, Cervantes van Sancho, Shakespeare van Falstaff.

Met bijtende scherts gingen zij dan elkander te lijf, de pater bij Molière, de arts bij Rabelais in den zadel; een kruisvuur van geestige, maar toch goedige kwinkslagen totdat Werner lachend tusschenbeide kwam met een: »Komaan heeren! gunt elkander den kost voor 't eten, en bederft elkaar de praktijk toch niet! Aan den slag! Andante con espressione!

Erasmus' Dwaasheid heet bij Rabelais la Dive Bouteille, vertegenwoordigster derzelfde welwillende wijsbegeerte of levensbeschouwing, die te midden der onzekerheid en dikwijls gemaakte deftigheid van het ondermaansche, het goed regt van den roes der vrolijkheid handhaaft.