Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Die goeje Flitz! Hij was het die haar gezegd had: "Suus ik heb je zoo lief!" en, ofschoon de nieuwe burgemeester iets raars in haar gemoed had doen trillen, vooral toen zij, door Barends verklaring geschokt, hem zoo buitengewoon hoorde zingen, zij was weder geheel en al Flitz geworden, nadat papa zoo ongevoelig, zoo onaardig over dien goeden jongen had losgetrokken, en haar verbood gemeenzaam met hem te zijn zooals zij het tot hiertoe geweest was.

Tot vervelens toe liep verder volgens Flitz het gesprek over dien snoeshaan; nu eens stelde de heer Gliekke dat heertje ten voorbeeld, en herhaalde mevrouw 't een of ander wat Van Bavik zeide, of herdacht Suze de boeiende wijze, waarop hij van het woeste maar trotsche Noorwegen gewaagd had; en Flitz was verheugd dat het tijd werd van heengaan, want dat "gezanik" verveelde hem bovenmate.

"Zóó!" zei Flitz nog eens, en voegde er bij: "Och, op die vreemde visites ben ik zoo fel niet. Hij schijnt dan ook niet best de regels der "etiekette" te kennen, want ik moet hem immers 't eerste...?" "Nu, ja Flitz," riep Suze, die nog aan 't zoeken naar een geschikt muziekstuk was en naar 't gesprek had geluisterd: "uit belangstelling; dat vind ik wel aardig."

Flitz! waarlijk ge hebt toch geen kwaad hart, al sist er een leelijk slangetje in uwe borst. Waarlijk, wij billijken het oordeel der bedroefde notaris-weduwe, die u een engel van goedheid noemt. Ten haren opzichte ja. Maar een engel, neen Flitz daar ontbreekt veel aan, en, vooral dat slangetje hindert vreeselijk, dat leelijke, dat foei zwarte slangetje!

Zij zelve wist immers ook nooit wanneer ze huiswaarts keerde op welke hoogte zij zich bevond, en zou buiten twijfel in zijne plaats verdwaald zijn. Die nieuwe burgemeester! Wie had kunnen denken dat hij, zooals Flitz schreef: "veel te onfatsoenlijk was om het in een brief als deze neder te stellen."

Zóó had Barend Flitz zich in vertrouwen uitgelaten, en wanneer Suze, die weldra twintig jaren zou zijn, ook eens in vertrouwen tot een vriendin had kunnen spreken, maar helaas! ze had er te B. geen gevonden, en aan eene moeder kan men toch ook niet altijd zoo alles en alles zeggen had ze kunnen spreken, dan gelooven wij dat Suze zoo omtrent het volgende zou hebben meegedeeld: "'k vind het altijd maar prettig wanneer Flitz komt, dan hooren we ten minste nog eens 't een en ander, en komt mama daardoor ook tot zitten, terwijl dan in ieder geval het onophoudelijk gehaspel over de booien een einde neemt.

Waarheid was het dat Flitz, kort daarna, een knappe doch armoedig gekleede jonge vrouw de gang uit zag treden, die het kind dat ze droeg zorgvuldig met haar voorschoot bedekte. Was het óók waarheid dat Van Bavik een "gemeen sjusjet" was, die meisjes in 't ongeluk stortte en zijn goeden naam door een luttel stuk geld zocht te bewaren?

Die goeje Flitz! dat was de grondtoon der overdenkingen van 't lieve meisje geweest en nu.... nu ze na het vertrek van den ex-burgemeester op haar kamer zit, nu kan ze niet gelooven dat hij, die zoo hartelijk over Flitz sprak, zijn vijand kon wezen, en vertrouwt dat Barend zich ten zijnen opzichte bedroog, terwijl ze gedurig de woorden herdenkt: "Bij zulk een benoeming behoort een Suze."

In de dagen die volgden, klonk het nieuwtje door B. en omliggende plaatsjes van mond tot mond: Burgemeester Van Bavik kantonrechter te W. en Flitz notaris! 't Algemeen houdt van veranderingen, en daarom had het vrede met Van Baviks benoeming, al werd er op den armen Minister heel wat afgegeven, die ook al 't was eigenlijk schande neefjes en nichtjes let wel "nichtjes" boven anderen voortrok.

Flitz komt weer op de hoogte; bijt zich op de lippen, en grijpt bij abuis het glas van Doortje, dat hij in één teug ledigt. Een intermezzo klinkt; "Hi hi hi! da's mijn glas."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek