Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Waarom mijnheer de baljuw in Marcus Aurelius lezen moest en zijn aangezicht niet mocht wasschen, en waarom Fieken van den molenaar Voss hem niet meer te teemachtig voorkwam.

Als de hemel jegens mij genade voor recht wil laten gelden en mij uit dezen nood redt, dan wil ik ook niet met ongerechtigheden omgaan. Neen, wat waarheid is, is waarheid! En als mijne kleine Fieken er niet geweest was, dan lag dat entfaamte Fransozengeld in mijne kast en ik hing van avond aan de galg." En nu vertelde hij de zaak.

De molenaar gaat naar binnen in zijne kamer, zet zich achter de tafel, waar de schotel met meelpap op staat, en hij tast met zijn lepel het eerst in de pap; daarop tast de moeder toe en Fieken, en 't laatst de beide dienstmeiden, want zóó was het toen gebruik, en koffie drinken was nog bij geen molenaar bekend.

"Schout," zegt Frederik, "wanneer in drie minuten de Fransoos voor u staat, en ik met mijn spreekwijzen een hond uit den oven lok, wilt gij mij dan uw Fieken geven?" En hij hield hem zijne hand tegen, "sla dan toe!" "Jou, leugenaar!" roept de schout, "alleen, om 't je met een' langen neus te bewijzen, dat je een praalhans bent. Ja!" en hij slaat toe.

"Mijnheer, mijn vader is onschuldig," ging zij voort, en zag den ouden man zoo recht vertrouwelijk in de oogen. "Dat hij dat is, weet ik, mijn kind," zeide de oude heer en knikte met het hoofd. "En daarom heb ik ook geen angst, dat hij niet spoedig vrijkomt," sprak Fieken. "Hm? Ja! Dat is te zeggen, 't zou niet meer dan billijk zijn.

Een der Franschen wilde de deur achter hem dicht maken, maar dat ging zóó niet; mamsel Westphalen wrong zich stevig door de deur en achter haar schoven Fieken en Carolien in haar breed vaarwater mede naar binnen, want zij wilden ook niet, zoo als zij zeiden, tot spektakel voor de menschen tusschen al die leelijke Fransozen-kerels op de open gang staan; en mamsel Westphalen zeide, toen zij er doordrong: "Mosjeu Fransoos, pardoen!

En de hoop stak hare duizend lichten aan en ging toen, heimelijk, stil in een' hoek zitten, alsof zij 't volstrekt niet geweest was; alsof hare zuster het gedaan had, de werkelijkheid; en het vertrouwen stond aan de deur en liet niemand binnen, die geen bruiloftskleed aanhad, en zeide tot de zorg, toen die naar Fieken vroeg: "Ga uwen weg; de oude molenaar danst nog op onze bruiloft."

"Ja, mijnheer," zeide hij: "en hoewel het waar is misschien, wat mijnheer onze baljuw zegt, dat jongens beter, en meisjes te week zijn, want, dat zijn ze, mijnheer, zooals gij aan Fieken zien kunt," en daarbij wischte hij zelf de tranen uit zijne oogen, "zoo weet ik u toch voor uwe goedheid niets beters te wenschen, dan dat onze goede God u eenmaal zoo'n lief deerntje moge schenken, als mijn kleine Fieken is."

Nauwelijks was de wagen van den molenaar den hof af, toen Fieken, in hare beste kleêren, bij hare moeder binnenkwam, die achter de kachel zat te schreien. "Moeder," sprak zij, "ik kan 't niet helpen, ik kan de gedachte niet verzetten, dat er vandaag veel gebeuren zal, ja! dat vandaag beslist zal worden, of wij op den molen blijven of niet.

"Moeder," zeide de molenaar, laat ons alleen, en jij Fieken, steek jij eens eene kaars aan." Dat was nu juist niet noodig, want het was klaarlichte dag; maar de oude man had gezien, dat mijnheer de baljuw bij een gerechtsdag altijd een waskaarsje had branden, en hij wilde 't ook zóó hebben.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek