Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Door de afslijting worden de vederen niet altijd leelijker, integendeel dikwijls verkrijgen zij hierdoor een fraaier voorkomen, want op deze wijze worden de onooglijke gekleurde spitsen der vederen verwijderd en treden de vroolijker gekleurde middelste gedeelten meer op den voorgrond. Hierdoor ontstaat in den regel het zoogenaamde pracht- of bruiloftskleed der Vogels.

Het Groote Sneeuwhoen (Lagopus albus) houdt, wat zijn grootte betreft, ongeveer het midden tusschen het Korhoen en den Patrijs; de haan is 40 cM. lang (staartlengte 11 cM.), het wijfje 2 cM. korter. Het winterkleed van het Sneeuwhoen is wel eenvoudig, maar toch fraai: alle veeren zijn schitterend wit, met uitzondering van de buitenste staartpennen; deze zijn, op het witte wortelgedeelte na, donkerzwart met witte kanten; de zes groote slagpennen hebben op de buitenvlag een lange, bruinzwarte streep. In het bruiloftskleed is de grondkleur kastanjebruin (soms lichter, soms donkerder) met een uit fijne, zwarte streepjes en vlekjes bestaande teekening, welker volledige beschrijving ons te ver zou voeren; alleen de handpennen zijn dan wit als in den winter. Boven het oog bevindt zich een halvemaanvormige, naakte plek, die in den voortplantingstijd bijna kamvormig opzwelt en een karmijnroode kleur verkrijgt. In den loop van den zomer verbleeken de veeren. Vele onderzoekers zijn van oordeel, dat deze Vogel tweemaal ruit: in den herfst zouden alle, in de lente alleen de kleine veeren gewisseld worden. Het vervangen van het winterkleed door het zomerkleed en dit door het winterkleed geschiedt zeer langzaam; dit heeft zelfs aanleiding gegeven tot de meening, dat het Sneeuwhoen viermaal in 't jaar ruit. Amerikaansche onderzoekers zijn echter tot het besluit gekomen, dat de kleine veeren in den herfst niet gewisseld worden, maar eenvoudig verkleuren; deze verandering zou aan de spits van de veeren beginnen en zoo snel voortschrijden, dat zij in 8

Gedurende den broedtijd leven zij paarsgewijs; zoodra het broeden en het ruien afgeloopen zijn, vereenigen zij zich tot talrijke vluchten. De mannetjes wijzigen hunne gewoonten in verband met het kleed dat zij dragen. Als zij in hun bruiloftskleed prijken, dwingt de lange en zware staart hen tot eigenaardige standen en bewegingen.

Het bruiloftskleed van het mannetje is donkerzwart, over de schouders loopt een breede, prachtig karmijnroode band, die van onderen door een bruinachtig gele strook begrensd wordt. Totale lengte 22, staartlengte 8 cM.

Daar stond een prachtige wagen, door acht wilde veulens getrokken, en uit dien wagen stapte de mooie koningsdochter in bruiloftskleed, en aan den arm van Paul kwam ze de bruiloftszaal binnen, gevolgd door de twee hofdames.

Gods kerke de Bruid recht, 't lichaam Christi eenpaar Van Christo, haren echt , werd zij zalig naar reden, Zeer lieflijk hij beslecht al haar zaken eerbaar, Mint, naar reden en recht, alleen zijns lichaams leden, Die al ter Bruiloftsfeest lieflijk werden gebeden, Verkoren volk alleen, uit goedaardig geslacht; 't Bruiloftskleed zij ontfaân door dezen Vorst vol vreden, Zijn' Bruid wordt bovenal aldaar waardig geacht, Zittend' in Haar Troon na de genooden wacht , In witte zijd' gekleed, met paarlen fraai behangen; Een kroone zij ontvangt, van den Bruid'gom gewracht , Een Trouwring, haar bedacht, Zijns geests, heeft zij ontvangen.

Als deze fraaie en beweeglijke Vogel zijn bruiloftskleed aan heeft, zijn kop, hals en krop zwart met metaalachtig groenen glans, de bovendeelen, met inbegrip van de vleugels en den staart, wit, de onderdeelen, met uitzondering van de witte onderdekveeren van den staart, leikleurig grijs, de handpennen zwart, de armpennen aan de buitenzijde wit.

De broedtijd valt samen met de lente van hun vaderland, kort nadat het mannetje zijn bruiloftskleed voltooid heeft. In Soedan heeft het broeden plaats in het laatst van Augustus, in de Abessinische gebergten in onze lentemaanden. De nesten gelijken op die van de Wevervogels. De iris heeft een zwartachtig bruine, de snavel een zwarte, de poot een bruine kleur.

Haar lengte bedraagt 17 cM. Het bruiloftskleed van het mannetje is vurig karmijnrood, met uitzondering van de zwarte vleugels, waarvan de pennen aan de binnenzijde een witten zoom hebben, de eveneens zwarte stuurpennen en schenkelveeren, benevens de witte middelste en onderste vleugeldekveeren.

En de hoop stak hare duizend lichten aan en ging toen, heimelijk, stil in een' hoek zitten, alsof zij 't volstrekt niet geweest was; alsof hare zuster het gedaan had, de werkelijkheid; en het vertrouwen stond aan de deur en liet niemand binnen, die geen bruiloftskleed aanhad, en zeide tot de zorg, toen die naar Fieken vroeg: "Ga uwen weg; de oude molenaar danst nog op onze bruiloft."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek