Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Bij de Abessinische zangers en dichters speelt de Groenstaartige Glansspreeuw een belangrijke rol; want, meer lettend op den ijver dan op het resultaat, schrijven zij aan hem de uitvinding van het gezang toe. Toch wordt deze Vogel in Noordoost-Afrika door niemand in de kooi gehouden; men ziet hem minder dikwijls dan zijne verwanten levend in Europa.

Musa (Banaan). De Musa's zijn kruidachtige gewassen, met zulke groote bladeren, dat zij slechts als jonge plantjes voor kamercultuur geschikt zijn; worden zij grooter, dan deugen zij er niet meer voor, ook omdat de bladeren zeer gemakkelijk inscheuren, en de plant dan haar sierlijk voorkomen verliest. Lastig in de cultuur zijn de meeste Musa's niet. Zij verlangen een zeer vette aarde, moeten des zomers veel begoten en gegierd worden, terwijl er voor moet worden gezorgd, dat zij een luchtige standplaats hebben. Des winters moeten zij tamelijk warm gezet en vooral droog gehouden worden. Geeft men ze te veel water, dan worden dadelijk de wortels ziek. De bekendste soort is zeker wel de Musa Ensete (Abessinische Banaan). Deze soort wordt veel gebruikt om des zomers in parken te worden uitgeplant. Geeft men ze een goeden bodem en standplaats, dan kunnen zij, zoo behandeld, in één zomer reusachtige afmetingen verkrijgen. Des winters kan zij slechts d

Hier worden zij van 17° tot 8° N.B. in alle gewesten van het binnenland gevonden; van de westkust tot aan den oostrand van het Abessinische gebergte bewonen zij iedere gunstig gelegene boschachtige streek.

De dikke huid, waarmede, naar men zegt, de arke des verbonds van de Israëlieten eertijds bekleed was, wordt aan de Abessinische kust niet gelooid, maar alleen aan de lucht gedroogd en daarna tot sandalen verwerkt.

De tempelberg, dien de Arabieren noemen Haram Esch-Scherif, dat is: het Groote Heiligdom. De Omarmoskee met den zwaren grijzen koepel en de moskee Aksa. Heel ver in de Jaffa-buitenstad de witte Russenkerk. En de koepel van de Abessinische kerk vlak bij 't meisjesweeshuis. Anderzijds de Doode Zee, een uur of vijf, zes weg. Maar lijkt werpelings dichtbij. De weg naar Jericho.

De broedtijd valt samen met de lente van hun vaderland, kort nadat het mannetje zijn bruiloftskleed voltooid heeft. In Soedan heeft het broeden plaats in het laatst van Augustus, in de Abessinische gebergten in onze lentemaanden. De nesten gelijken op die van de Wevervogels. De iris heeft een zwartachtig bruine, de snavel een zwarte, de poot een bruine kleur.

Het verbreidingsgebied van deze soort omvat geheel Europa, bij het zuiden van Zweden te beginnen, het grootste deel van Azië en eenige gebergten van Noord-, Oost- en West-Afrika, vooral de Atlas, het Abessinische Hoogland en de hooglanden van de westkust. Op de Kanarische eilanden komt zij veelvuldig voor.

Maar dat is nu juist iets, waartoe zij niet besluiten kan. Andere weeshuizen komen wel met het water toe. Ieder jaar watergebrek. Dan moet water gekocht worden. Bijvoorbeeld van de buren, de Abessinische monniken. Zij stoffen zich droog af. Meer niet. Omdat ze toch zwart zijn. En zij komen dus ruim met hun water toe.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek