Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Zij leeft om te weenen bij het stof, maar op aarde reeds één te zijn in den geest met hare ontslapenen, zoo als Jezus verklaarde één te wezen met God. En Evert, neen, hij rust daar niet. 't Was voor den grijzen vader, uit de afgebrokene woorden van zijn stervenden vijand, reeds duidelijk geworden 't geen voor den novellen-lezer een geheimzinnige zaak is gebleven.

"Ja, maar ik moet toch heusch dadelijk weer naar huis. Ik bedank u nog hartelijk voor alles." "Nu ja, dat weet ik nu wel dat je heel dankbaar bent, maar ik vind het niet aardig, als je niet nog wat blijft. Kom Evert, haal maar eens even een stoel voor Elsje wij kunnen niet naar binnen gaan, want mijn man is uit en ik kan den winkel niet alleen laten."

Toen bleef zij nog een poosje babbelen over Tom, die gauw zes jaar werd en dan naar school ging en eindelijk nam ze afscheid met de stellige belofte dat ze gauw eens weerom zou komen. Hoofdstuk XI. Evert Jacob Ferdinand Mors.

Zij scheen een gunstigen indruk op hem te maken, want terwijl hij haar zachtjes aan den rok trok, zei hij: "Je moet mijn paardje zien." "Dat wil ik heel graag," zei Elsje vroolijk, "als moeder het goed vindt." "Wel zeker," zei deze. "Evert heeft van Sinterklaas een paardje gekregen en dat wil hij nu aan iedereen laten kijken. Kom maar even binnen, als 't je blieft."

"Toe kinders, er uit!" roept de moeder met schrille stem het slapende drietal toe, en als zij het schamele dekkleed heeft weggeslagen, dan trekt zij den oudsten knaap bij den arm, haar Evert die, langzaam ontwakende, met lodderigen blik voor zich heen ziet, terwijl zij verder op soortgelijke wijze de beide andere kinderen te wekken tracht. Die taak is geen lichte.

Ik denk, dat ze in doodelijke onrust over je zijn." "Ik kan niet opstaan, Evert!" antwoordde Pieter. "Ik heb mijn voet verstuikt, misschien wel gebroken." "Nog fraaier! Wat me die jongens toch uitrichten!" zeide baas Gerritsz hoofdschuddend. "Maar zeg eens, knaap! Wat doe je in mijn tuin? Als het in den appel- en perentijd was, zou ik zeggen, dat je fruit hadt willen stelen. Die is er niet.

"Ik geloof dat u iets vergeet, mevrouw," zei ze, toen zij het geld nog op de toonbank zag liggen. Mevrouw d'Ablong deed precies alsof zij haar niet hoorde en liep den winkel uit. Elsje volgde langzaam. Met een bedroefd gezicht wendde zij zich nog even om, keek de kruideniersvrouw smeekend aan en fluisterde: "Houd het als 't je blieft voor Evert, och toe, als 't je blieft.

Moeder zegt dat je op moet staan." Hij luisterde een seconde, of zij ook antwoordde, toen riep hij weer: "Mag ik even bij je komen?" Die vraag kon Elsje niet onbeantwoord laten. Er kwam een flauw lachje op haar gezicht, zij sprong het bed uit en deed de deur open. Daar stond Evert in al de glorie van bretels, een echten jongensbroek en een rood wollen lijfje.

Zij bleef staan, liet zich door den verrukten Evert in den winkel trekken en stond weldra, met een van blijdschap stralend gezicht, voor haar vroegere gastvrouw. "Dag Elsje," zei deze op hartelijken toon, "dat is goed, dat we je eindelijk eens weerzien. En ben je hier nog altijd gelogeerd?"

Meestal voer hij slechts tot Delft mede en wandelde den Delftschen weg op naar Den Haag. Zondagsavonds echter moest hij weder op weg; als het weer goed was, brachten hem oom Klaas, Jacob en Evert gewoonlijk tot Rijswijk, soms wel tot Delft en dan ging Pieter in de schuit of, als hij er lust in had, wandelde hij tot Rotterdam want onze knaap was heel zuinig en vond het te duur, om altijd te varen.

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek