Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Evert.... onschuldig,.... spel," en, terwijl hij iets later met een akelige kracht de handen tegen het geteisterde hoofd drukt, ontsnappen de woorden bij lange tusschenpoozen aan zijne lippen! "Hier.... branden.... ze,.... hier,.... die.... elf.... honderd.... gul.... den...." waarna hij zonder zelfbewustzijn blijft nederliggen.

Tegen het vallen van den avond brachten Jacob en Evert hem met eene burrie naar huis. Al het voorgestelde kermisvermaak was nu verijdeld; hij zou den reus niet zien, die de Voorpoort van den Hove niet in kon, den "vuurvreter" zou hij niet aanschouwen, noch het muziek onder water hooren van den Amsterdamschen wonderman. En nog mocht hij van geluk spreken, dat zijn vader de zaak zoo liet afloopen.

Het schreien stond haar nader dan het lachen. "Ik wil nu maar liever naar huis," zei Evert, hare hand loslatend. "Wij zullen je wel even brengen, kind," zei mevrouw d'Ablong opeens. "Wijs ons den weg maar." Tot Elsje's verbazing sloegen zij de breede winkelstraat weer in. Mevrouw d'Ablong sprak geen woord meer en het was haar aan te zien dat zij haar best deed, bedaard te blijven.

"Ja," zei Elsje, bij de gedachte aan mevrouw d'Ablong weer onrustig wordend, "en ik kom u nu maar heel even bedanken dat u zoo goed en vriendelijk voor me geweest bent, toen op dien akeligen avond. Ik .... ik vergeet dat bepaald nooit, maar nu moet ik weer weg." "Weer weg! Nu al! En je bent er net! Kom, dat meen je niet en Evert heeft al zoo lang naar je verlangd."

Zij keek in 't geheel niet naar Elsje, maar strak voor zich uit. De kruidenierswinkel was spoedig bereikt. Evert duwde gedienstig de rinkelende winkeldeur open en vloog naar binnen, op zijn moeder toe. "Wij hebben zoo'n plezier gehad," zei hij, "en er was een vischkar met een vroolijken man en Elsje en ik..."

"Dien had ik al eerder opgeraapt dan jou." Evert lachte door zijne tranen heen. "Dank je wel hoor, voor al je hulp," zei zijn moeder. "Dat trof mooi, he Evert? Dat dit vriendelijke meisje juist den knikker moest oprapen en jou zoo flink weghalen voor die vigelante!" "Ja," zei Evert en keek Elsje met groote oogen aan.

De grijsaard is niet in staat het water aan de lippen des lijders te brengen, het glas valt hem bijna uit de hand, en terwijl hij nog sterker beeft, vraagt hij langzaam: "Zou je iets van Evert gehoord hebben?" Tink beantwoordt de vraag des vaders die na het plotselinge vertrek van zijn zoon geen tijding van hem bekwam met de woorden; "Genade!

Evert hield hare hand stijf vast en zag ernstig op naar de deftig gekleede dame, die zoo boos keek. "Wat is dat voor een kind?" vroeg zij scherp. "Ik heet Evert, Jacob, Ferdinand Mors," zei het kereltje trotsch, "en Elsje zegt...." "Nog eens, wie is dat kind?" viel mevrouw d'Ablong in, terwijl zij zich met Elsje en Evert van het vischtooneel verwijderde.

Blijf je niet met me spelen van ochtend?" "Neen, neen, nu niet, een anderen keer." ", waarom nu niet?" vroeg Evert weer met een pruilend lipje. "Stil jongen, niet lastig zijn," zei zijn moeder. "Elsje komt wel eens gauw weer terug, is 't niet Elsje? Ze moet ons dan nog een heeleboel vertellen.

"Ik ben het, Elsje, u kent mij toch nog wel?" zei Elsje gejaagd en schreiend. "En ik kom u vragen, of ik hier van nacht mag blijven. Morgen ga ik weer weg naar huis terug, naar grootmoeder." "Ja, nu zie ik het," zei de vrouw, "je bent dat zelfde meisje, dat Evert laatst voor een ongeluk heeft bewaard.

Woord Van De Dag

brille

Anderen Op Zoek